De werkgroep “Politiek en DV techniek” analyseert en becommentarieert actuele politieke ontwikkelingen in de defensiesector vanuit een technologisch perspectief.

De werkgroep heeft vragen en opmerkingen over de nota "Bescherming koopvaardijschepen tegen piraterij" van de regering samengesteld. Dit commentaar is onder meer aangeboden aan de leden van de Vaste Commissie voor Defensie van de Tweede Kamer ter ondersteuning van de behandeling van dit onderwerp.

De werkgroep is van mening dat meer aandacht kan worden besteed aan technische beschermingsmaatregelen om piraten af te schrikken of tegen te houden voordat bewapende teams worden ingezet. In het KIVI seminar van 31 augustus 2015 werden tal van maatregelen getoond die in de circulaire van de International Maritime Organisation (IMO) niet terug te vinden zijn. Ook is er daarin geen sprake van een geïntegreerde aanpak, maar gaat het om een serie los van elkaar staande middelen. Nederland zou als belangrijk maritiem land moeten inzetten op de ontwikkeling van geavanceerde beschermingsmiddelen en een geïntegreerde aanpak, waarbij de verschilllende middelen elkaar versterken. Daarbij zou de behoefte van reders aan bewapende teams kunnen worden afgeremd door een minimumniveau aan technische maatregelen te eisen.

Download hier de nota het volledige commentaar (en bijlage) via deze link.

 

Vragen over de nota “Bescherming koopvaardijschepen tegen piraterij”

De werkgroep “Politiek en Defensie & Veiligheidstechniek” van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) analyseert actuele politieke ontwikkelingen in de defensiesector.  Zij levert feiten en duiding vanuit de technologische kennis en ervaring van ingenieurs.  Onderstaande vragen en opmerkingen refereren naar de pagina’s van de nota “Bescherming koopvaardijschepen tegen piraterij” dd. 4 december 2015

Pagina 1. Kern/noodzaak
In dit hoofdstuk wordt er van uitgegaan dat óf een VPD, óf een particulier beschermingsteam de schepen moet beveiligen. Is er onderzocht in welke mate de behoefte aan teams teruggebracht kan worden door inzet van technische beschermingsmiddelen?

Pagina 3. Rol van de overheid.
Op deze pagina en ook op pagina 5 wordt gesteld dat de overheid een zorgplicht heeft om bij te dragen aan de bescherming van Nederlandse koopvaardijschepen.
Is het mogelijk de reders materieel en financieel tegemoet te komen wanneer zij geweldloze middelen aanschaffen of door bij te dragen aan onderzoek en ontwikkeling?

Pagina 7. Beleidsuitgangspunten.
Als criterium voor het uitgangspunt “VPD tenzij” wordt vooral gerefereerd aan “andere preventieve bijstand van overheidswege” en de verwachting dat reders aan de Best Management Practices  circulaire no. 1339 (BMP) van de International Maritime Organisation (IMO) voldoen.
Is het mogelijk om een minimumniveau aan technische beschermingsmiddelen te eisen, waaraan reders moeten voldoen alvorens in aanmerking te komen voor een VPD of worden geautoriseerd particuliere beveiligers in te zetten? Dit is tevens van belang voor de veiligheid van de teams zelf.
Dit aspect zou het kustwachtcentrum (pagina 9) bij de beoordeling kunnen betrekken op basis van de aangebrachte voorzieningen en de regio waarin wordt gevaren.

Pagina 9. Toepassing Best Management Practices (BMP)
De BMP circulaire is van 2011 en geldig voor de omstandigheden voor de Somalische kust. Hoewel de lijst van beschermingsmaatregelen op pagina 23 -40 van de BMP vrij uitgebreid is staan de ontwikkelingen op dit gebied niet stil.
Tijdens een KIVI seminar op 31 augustus 2015 werd een geïntegreerde aanpak voor niet-gewapende bescherming gepresenteerd die de aandacht verdiend. Daarbij kwamen ook een aantal nieuwe technische beschermingsmaatregelen aan de orde die nog niet in de BMP zijn verwerkt.  Zie bijlage.
Zou Nederland als belangrijke maritieme natie met een geavanceerde technologiesector niet moeten inzetten op een meer geïntegreerde aanpak dan in de BMP en uitbreiding van de lijst met aanvullende geweldloze technische middelen?
Is het mogelijk technische ontwikkelingen te stimuleren door in samenwerking met reders en de MSA een TNO onderzoeksprogramma (z.g.n. doelfinanciering) te starten naar een optimale en geïntegreerde aanpak van geweldloze bescherming. Het doel van dit onderzoek zou het terugdringen van de noodzaak voor beschermingsteams moeten zijn, zowel militair als niet militair.

web stats