KIVI bezoekt de verkeerscentrale van Rijkswaterstaat.

Op 14 juni 2017 hebben leden van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs een bezoek gebracht aan de verkeerscentrale van Rijkswaterstaat in Utrecht. Dit bezoek was georganiseerd door de afdelingen Technische Fysica en omdat er nogal wat meettechniek bij komt kijken was het voor de afdeling Meet-, Regel- en Besturingstechnologie ook interessant.

In Nederland zijn er 5 verkeerscentrales: Velsen, Rhoon, Wolfheze, Helmond en Utrecht. Uiteraard gaat het bij de verkeerscentrale in Utrecht om het verkeer op Rijkswegen in die provincie. De verkeersstromen op de snelwegen zijn hier extra groot. In de provincie Utrecht, het midden van Nederland, kruisen de Noord-Zuid en Oost-West verkeerstromen elkaar. De verkeersdeelnemers die zich in de Noord-zuidrichting bewegen, rijden op de autosnelwegen: A2, A27 en A28. In de Oost-westrichting zijn dat de snelwegen A1 en A12. Bij de verkeerscentrale in Utrecht is ook een overkoepelende verkeerscentrale gehuisvest. In deze centrale wordt de wegverkeerssituatie in heel Nederland in beschouwing genomen. Deze krijgt zijn gegevens van de 5 genoemde centrales. De centrales zijn fulltime bezet.

Vanuit de verkeerscentrale wordt verkeerssignalering, verkeersregelinstallaties, spitsstrookborden en Dynamisch Route-Informatie Paneel (DRIPs, tekstpanelen boven de weg) aangestuurd. Alleen de matrixborden, de borden boven de snelweg waarop de gewenste snelheid wordt weergegeven, worden automatisch aangestuurd. Dit geschiedt via detectoren (koperen lussen) die zich onder het wegdek bevinden. Als een motorvoertuig over de lus rijdt, neemt het magneetveld binnen lus sterk toe (motorvoertuigen bestaan immers uit ijzer en dat versterkt het magneetveld in hoge mate) en wordt het passagetijdstip vastgelegd. De verkeersintensiteit is het aantal voertuigen dat per tijdseenheid over de detector rijdt. De capaciteit van de weg is het maximum aantal voertuigen dat over de weg kan rijden. In het geval dat er nog meer voertuigen komen, treedt filevorming op. De auto’s kunnen nu niet meer verder rijden. Dit leidt tot gevaarlijke situaties. Er zullen immers bestuurders zijn die met maximumsnelheid rijden en de file stilstaande auto’s niet tijdig opmerken. Dit kan leiden tot zware botsingen, zogenaamde kop-staart botsingen. Als de verkeersintensiteit groot wordt, verschijnt op het matrixbord “stroomopwaarts” een adviessnelheid. Op dit bord gaan ook lichten knipperen. Hierdoor wordt het attentieniveau van de bestuurder verhoogd en is de kans dat hij het volgende bord opmerkt, groter. Uiteraard is de functie van dit systeem het verlagen van de kans op ernstige ongevallen. Voor de andere zaken gebeurt de aansturing door het bedienend personeel. Daarbij is het belangrijkste punt, verkeersdoorstroming. Een apart punt is de tunnelveiligheid, de doorstroming wordt zodanig geregeld dat er in de tunnel geen file zal ontstaan.

Wat we geleerd hebben is dat er veel handmatig gebeurt en dat we de mensen in de centrale hard nodig hebben. Op de weg terug naar huis heb ik naar de camera gezwaaid, maar ik denk niet dat ze dat gezien hebben.

Namens de afdeling TF en MRB, Gerard Thomas.