Het Slotsymposium Energie: Biedt het Nederlands Energie Akkoord toekomst voor Nederland?

De bijeenkomst werd geopend door de voorzitter van Regio Zuid die memoreerde dat een intensieve voorbereiding binnen de regio had geleid tot een mooie reeks van zeven bijeenkomsten over het onderwerp energiebeheer en CO2 reductie. Motor achter die voorbereiding is Gijs Schoonewelle geweest die ook de rode draad door de reeks heeft opgesteld met de energieflow, de CO2 massabalans en de footprint voor Nederland. Gijs kreeg vervolgens de gelegenheid de inleiding voor de sprekers te houden door aan de hand van deze drie schema’s het totaal overzicht voor Nederland te schetsen en daarmee het belang van de samenhang tussen soorten energiegebruik en karakteristiek van de energiegebruikers. Deze oriëntatie in energiebeheer en CO2 reductie zoals die in de vijf voorgaande bijeenkomsten aan de orde is gekomen is hier weergegeven.
Met 60 deelnemers een goede opkomst waarvan vooral KIVI-leden, verder enkele studenten en een aantal externe belangstellende van bedrijven en instellingen.
Door vier sprekers werd input gegeven aan de discussie. Aart Dekkers (Ministerie EZ) gaf een helder en compleet exposé over het Nederlands Energie Akkoord. Hij gaf daarbij aan de uitvoering vooral te willen sturen op de noodzaak voor de partners om in de transitie hun concurrentiepositie te behouden of verbeteren door voorop te lopen in de onafwendbare veranderingen in energie en fossiel koolwaterstof gebruik. Pas als daarin door ondernemers en maatschappij tekort geschoten wordt zou regelgeving moeten worden ingezet. Zijn presentatie vindt u hier.


Marc Londo (ECN) plaatste de ingeslagen weg naar 2020 in de perspectief voor 2050. Hij focuste op de drie pijlers in consumptie: warmte (gas), elektriciteit (kolen/gas) en mobiliteit (olie) die naar 2050 met duurzame en hernieuwbare energie bronnen omgeven worden. Vanuit de combinatie van toepassingen van energiedragers in de transitieperiode ontstaat dat een breed scala aan ontwikkelingen waarin het vasthouden aan de fossiele koolwaterstofdragers tot verliezers zal leiden en tijdige instap in vernieuwing de kans op winst. Zijn presentatie vindt u hier.


Vanuit de Groene Rekenkamer werden twee presentaties gegeven waarin werd aangezet kritisch te onderzoeken of de ingeslagen alternatieve wegen wel tot goede oplossingen gaan leiden. Kees le Pair liet in aan de hand van voorbeelden zien dat de opgaven van rendement van windenergie in de praktijk lang niet de waarden halen die genoemd worden en zelfs toename van energiegebruik en fossiele inzet tot gevolg kunnen hebben. Zijn presentatie vindt u hier. Jeroen Hetzler nam de aanwezigen mee langs de klimatologische ontwikkelingen van oertijd tot heden met cijfers waaruit naar voren kwam dat het verband tussen CO2 uit fossiele koolwaterstoffen en klimaatsverandering lang zo hard niet vaststaat als tot voor kort beweerd. Voorts ging hij in op de kosten die met transitie gepaard gaan. Zijn presentatie vindt u hier.
Met de informatie uit de vijf voorgaande bijeenkomsten, de informatie van de vier sprekers en (zie hier) de input voor de discussie van Wil Kling (TU/e) startte de paneldiscussie. Het panel bestond uit de sprekers, Lucia van Geuns (Clingendael), Wil Kling (TU/e) en Reinier Grimbergen (DSM). Onder leiding van Josee van Eijndhoven (Commissie m.e.r., en KIVI, Raad voor Wetenschap Techniek en Maatschappij) ontspon zich een levendige uitwisseling tussen panel en publiek. Door Josee als volgt samengevat:
 

Conclusies einddebat Energie Regio Zuid
De inbreng van de verschillende sprekers voor het slotdebat was divers: deels gericht op het beleid op korte en lange termijn, respectievelijk op een kritische analyse van de maatschappelijke noodzaak van duurzame (niet fossiele) energiebronnen en van de mogelijkheden bij de huidige stand van de technologie. De drie extra deelnemers aan het slotdebat brachten hun eigen perspectief in: het aandeel van duurzame elektriciteit (Kling), een mogelijke bijdrage van de industrie door in te zetten op een circulaire economie (Grimbergen) en een wereldwijd perspectief (van Geuns). Het is duidelijk dat we op een rijdende trein zitten gericht op vermindering van het fossiele energiegebruik, maar dat er nog vele hobbels te vinden zijn op het pad of het nu is naar 16% duurzaam in 2020 of vermindering van fossiel gebruik met 80% in 2050.


Iedereen is het eens over het belang van de trias energetica: eerst energie besparen, dan zo duurzaam mogelijk opwekken en ten slotte fossiele brandstoffen zo zuinig mogelijk toepassen. Vooral bij de bestaande bouw kan een grote slag geslagen worden in het besparen van energiegebruik. De Nederlandse industrie kan niet in een klap van fossiele brandstoffen af. Gezien de aard van de industrie zal er grote schade ontstaan bij snelle afstand van fossiel.


Recent is er in Nederland veel meer aandacht gekomen voor energiezekerheid en verminderen van afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers. Onder meer door de spanningen in Oekraïne is duidelijk geworden hoe we te gemakzuchtig zijn uitgegaan van de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen (en in het bijzonder van gas) voor Europa. Dit vergroot de aandacht voor alternatieve vormen van energievoorziening. Ook realiseren we ons dat we internationaal onderling afhankelijk zijn.


Technische ontwikkelingen gaan steeds door, al zijn we in Nederland niet altijd goed in het dichten van de kloof tussen nieuwe potenties en het in de praktijk realiseren ervan. Het is duidelijk dat er nog grote uitdagingen zijn in het verder ontwikkelen en toepassen van niet-fossiele energiebronnen, zoals energie uit zon, wind, en de mogelijkheden van water (zoet-zout, warm-koud). Ook het realiseren van effectieve opslagsystemen voor energie opgewekt op momenten dat er minder vraag is dan aanbod heeft nog een lange weg te gaan. Er zijn vele mogelijkheden in ontwikkeling, maar de toekomstige situatie kan nog niet aan specifieke technieken worden opgehangen. Wel is duidelijk dat wereldwijd ook kernenergie ingezet zal blijven worden.

 

Opzet van de bijeenkomst leest u terug in de annonce van dit slotsymposium zoals het op deze site is opgenomen, zie hier.


Een artikel over het project over energie en CO2 reductie met de zes bijeenkomsten waarvan het symposium zal in het blad ‘De Ingenieur’ van juli worden opgenomen.