Het gloednieuwe boek Natlab, kraamkamer van ASML, NXP en de cd verhaalt over de geschiedenis van het Natuurkundig Laboratorium aan de hand van vier historische R&D-cases tussen 1960 en 2000: de waferstepper, de chips, de compact disc en de mislukte pogingen van Philips van voet aan de grond te krijgen in de platte schermen.

Het eerste exemplaar van Natlab werd afgelopen 28 september in ontvangst genomen door oud-Philips-topman Jan Timmer. Naast Timmer de auteurs Paul van Gerven (l) en René Raaijmakers. Foto Techwatch / Bart van Overbeeke


Natlab schetst de allereerste ontwikkeling van de lithografische technologie die later de basis vormde van ASML, het bedrijf dat nu meer dan tachtig procent van deze markt heeft veroverd. Grootmachten als Intel, Samsung en de onafhankelijke Taiwanese chipfabrikant TSMC kunnen niet om de multinational uit Veldhoven heen, maar het had maar weinig gescheeld of Philips had de kans laten lopen om munt te slaan uit zijn jarenlange Natlab-research.

Ook besteedt Natlab uitgebreid aandacht voor de wederopstanding van NXP, Philips’ voormalige halfgeleiderdivisie die in 2006 op eigen benen werd gezet. Na de afsplitsing scheerde het bedrijf in 2008 en 2009 langs de rand van de afgrond, maar het wist het tij te keren en vocht zich met de overname van het Amerikaanse Freescale onlangs terug in de top tien van ‘s werelds grootste chipfabrikanten. Daartoe was het afleggen van een historische ballast die terugreikt tot de jaren zeventig onontbeerlijk, zo maakt Natlab aannemelijk.

Ook onderzoekt het boek waarom Philips, ooit een van de grootste beeldbuizenfabrikanten ter wereld, de slag om de platte beeldschermen verloor. Waar het eerder met de compact disc nog wijselijk de steun van de belangrijke concurrent Sony had gezocht, ging Philips in de schermtechnologie geheel zijn eigen weg. Ook al waren zijn uitvindingen nog zo mooi, de samenwerkende concurrentie kon het concern daarom onmogelijk verslaan.

De meest opmerkelijke onthulling in het boek is de ontmaskering van Kees Schouhamer Immink. Deze onderzoeker vertrok in 1998 met slaande deuren bij het Natlab en poseert sindsdien als de uitvinder van de compact disc. In het boek stellen getuigen dat een zakelijke partner Immink voor dit soort prijzen nomineerde. Op basis van vele interviews en archiefmateriaal toont Natlab bovendien aan dat de voormalige Natlab-onderzoeker zijn bijdrage aan de cd schromelijk overdrijft.

Voor Natlab doorbraken enkele handenvol onderzoekers en researchmanagers een jarenlange stilte. Zij zagen met lede ogen hoe Immink zich jarenlang als uitvinder van de cd presenteerde en schetsen een andere werkelijkheid. Hun oud-collega werd pas in een laat stadium bij de compact disc-ontwikkeling betrokken. In feite functioneerde het compact disc-systeem al toen hij erbij geroepen werd. Een tiental onderzoekers die met Immink werkten, stellen dat zijn bijdrage niet wezenlijk anders was dan van collega's.

Het boek bevat verder nog nooit geopenbaarde feiten over de videoplaat. Deze voorloper van de cd begon binnen Philips als kannibaal-project - in de definitie zoals Willem Vermeend de afgelopen jaren hanteert: een heel onafhankelijk lichtvoetig project dat als doel heeft om buiten de gevestigde structuren van het logge moederbedrijf de hoofdactiviteiten van dit bedrijf te beconcurreren. Als president-directeur Van Riemsdijk deze voor die tijd zeer ongebruikelijke constructie niet had opgezet, zou Philips mogelijk nooit zijn miljarden hebben verdiend met de compact disc.

Het eerste exemplaar van Natlab werd afgelopen 28 september in ontvangst genomen door oud-Philips-topman Jan Timmer.

www.natlabboek.nl