Vorige maand is de verkenning ‘Promoveren werkt’ van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen verschenen. De KNAW concludeert dat het Nederlandse promotiestelsel werkt, toekomstbestendig is en hoog gekwalificeerde, onafhankelijk denkende mensen aflevert. Wel is het zaak promovendi beter voor te bereiden op een loopbaan buiten de wetenschap en moet er ruimte komen voor andere vormen van kwalificatie na het masterdiploma, zoals de PDEng.

En met precies die laatste conclusies zijn KIVI en de PDEng opleidingen van de drie TU’s het zeker eens. Het is een erkenning van de behoefte aan wat de PDEng opleidingen al jarenlang bieden: ingenieurs klaarstomen voor werken op hoog niveau in de industrie.

Daarnaast wordt met deze conclusie bevestigd dat de graad Professional Doctorate op zijn plaats is bij de PDEng opleidingen, die naast de promoties zijn ingedeeld in de derde cyclus van het Europees kwalificatieraamwerk. De opleidingen duren twee jaar (tegenover vier jaar voor een promotie). Daar waar een promovendus diep in een onderzoek duikt, buigt een PDEng af naar de toepassing van de kennis en het ontwerpen van iets nieuws.

Uit de verkenning ‘Promoveren werkt’:

“Aanbeveling voor de universiteiten:
Besteed tijdens het promotietraject expliciet aandacht aan de oriëntatie op de arbeidsmarkt, bij voorkeur door samenwerking met mogelijke werkgevers van gepromoveerden. Dit is nodig omdat de meerderheid van de gepromoveerden buiten de academische wereld emplooi vindt.”

Anders dan promovendi, worden PDEngs klaargestoomd voor een loopbaan buiten de wetenschap. In de selectie van trainees wordt hier al rekening mee gehouden: de opleidingen zoeken creatieve doorzetters die structureel te werk gaan. In het eerste jaar wordt onderwijs gevolgd, naast inhoudelijke vakken krijgt met name de training van soft skills intensieve aandacht. PDEngs worden voorbereid op het nieuwe en onverwachte, het doorbreken van muren en het bekijken van een probleem met een helicopterview. Niet alleen moet een goed technologisch ontwerp gemaakt worden, maar dit moet ook daadwerkelijk het probleem oplossen, financieel haalbaar zijn, draagvlak hebben bij de gebruikers en ga zo maar door.

Het tweede jaar van de PDEng opleidingen bestaat (grotendeels) uit een individuele grootschalige ontwerpopdracht die uitgevoerd wordt bij een bedrijf. Meer dan de helft van de PDEngs krijgt een baan aangeboden bij het bedrijf waar het ontwerpproject is uitgevoerd.

Uit de verkenning ‘Promoveren werkt’:

“Aanbeveling voor de minister van OCW:
Laat in het kader van het promotieakkoord een integraal onderzoek uitvoeren naar de arbeidsmarktperspectieven van gepromoveerden en houd daarbij rekening met verschillen tussen wetenschapsgebieden en maatschappelijke sectoren, inclusief de rijksoverheid. Daarbij moet in ieder geval de behoefte van werkgevers aan andere promotietrajecten aan de orde komen, zoals PDEng.”

Voor veel bedrijven is het een voordeel dat de opleidingen maar twee jaar duren. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en een promotieonderzoek wordt nog wel eens achterhaald vóór het einde van de looptijd. 

KIVI noemt de PDEng wel eens ‘superingenieur’. Ingenieurs worden, anders dan hun wetenschappelijke collega MSc’s, opgeleid om dingen te maken. Maar zeker universitaire studies worden toch vaak afgesloten met een onderzoeksproject. In de PDEng opleiding leren deze ingenieurs het vak van ontwerpen, toegespitst op hun eigen vakgebied. Gediplomeerde PDEngs bieden een duidelijke bijdrage aan de technologische vooruitgang van de maatschappij.
PDEng - The innovation degree.


KIVI staat voor de kwaliteit van het ingenieursonderwijs en voert het secretariaat van de CCTO die de PDEng opleidingen certificeert.

Link naar KNAW-verkenning: https://www.knaw.nl/nl/actueel/nieuws/promoveren-werkt
Link naar PDEng opleidingen: www.3tu.nl/sai