Waar moeten de Maintenance Engineers vandaan komen?

Waar moeten alle maintenance engineers, HTD’s etc vandaan komen?

 

Meer dan een derde van alle technici werken in het onderhoudsvak. Dit terwijl er geen formele opleiding voor bestaat. Het gevolg  is dat er een groot tekort aan mensen die kaderfuncties in het onderhoud kunnen vervullen is ontstaan. Bij maintenance engineers is dat het meest zichtbaar, maar het geldt ook voor hoofden TD, werkvoorbereiders , project engineers etc. En de “grijze golf” is nog in volle gang, dus het tekort wordt alleen maar groter.

 

Dat tekort heeft verder nog een aantal oorzaken:

  • De natuurlijke doorgroei binnen het onderhoud droogt op, o.a. doordat TD’s steeds kleiner worden;
  • De eisen aan het kader gaan heel snel omhoog: op steeds meer plaatsen is een HBO-opleiding nodig vanwege de toegenomen eisen die aan het onderhoud worden gesteld;
  • Vanuit het (voltijds) HBO komt te weinig nieuwe instroom, omdat de benodigde opleidingen er niet zijn. Er zijn wel post-MBO trajecten, maar die vissen in een vijver waar te weinig in zit.

 

Het bestuur van KIVI-Maintenance vindt het nodig, dat er meer HBO-ers afstuderen met een profiel wat beter aansluit op de eisen van de praktijk, en heeft daarom een voorstel daarover opgesteld.

 

Dat voorstel bevat in grote lijnen het volgende:

  1. Het gaat om drie verschillende “profielen”:
    1. Maintenance: veelal lijnfuncties als hoofd TD, voorman TD, planner / werkvoorbereider in het onderhoud, troubleshooter;
    2. Engineering: veelal staffuncties(“maintenance engineer”) met als taken opstellen van het onderhoudsplan (=onderhoudsconcept), troubleshooter, maken van analyses binnen het onderhoud, ontwerpen van rapportages en analyse systemen, functioneel ontwerpen;
    3. Projects: “project engineer” met als taken management van projecten, ombouw en onderhoudsstops, testen en opstarten, overdracht tussen onderhoud en productie.
  2. Het kan niet om een nieuwe opleiding gaan, maar het zal moeten plaatsvinden in een samenwerking tussen Werktuigbouw, Elektrotechniek en Technische Bedrijfskunde.

In HBO-termen:

  • Het mag geen ontwerpstudie worden;
  • De vroegere AOT-opleiding kan niet van stal worden gehaald, omdat die niet aan de nu
  • gestelde eisen voldoet;
  • Het moet meer zijn dan een “minor”;
  • Er moeten vakken uit alle drie genoemde richtingen in zitten;
  • Deze vorm is nog redelijk nieuw binnen het HBO, dus dat maakt acceptatie en invoering lastiger.
  1. Het is essentieel dat degenen die hierin afstuderen weten hoe de praktijk “voelt”. Ze moeten dus tijdens de opleiding met hun eigen handen dingen hebben gedaan als een pomp uit elkaar halen en weer in elkaar zetten, een stuk schakelkast verbouwen etc., inclusief het testen na afloop.

 

Het projectvoorstel is intussen aan de HBO’s gepresenteerd en krijgt positieve respons.

 

Contactpersoon binnen het bestuur:

Dr.Ir.Arend Bos, info@mmcbv.nl