De werkgroep “Politiek en techniek” van de afdeling Defensie en Veiligheid analyseert actuele politieke ontwikkelingen in de defensiesector. Zij levert onafhankelijke feiten en duiding vanuit de technologische kennis en ervaring van ingenieurs.

De werkgroep is onder de indruk van de diepgang en helderheid van de defensienota 2022. De snelheid en daadkracht waarmee deze nota tot stand is gekomen dwingt respect af!  Met name de hoofdlijn van een innovatieve, hoogtechnologische krijgsmacht met grote slagkracht is een voorwaarde om een toekomstige oorlog te winnen. Versterkte Europese samenwerking is daarvoor van groot belang, net als in andere sectoren van de economie.
De werkgroep heeft nog wel enkele vragen over de nota:

Pag.8 - Inleiding - Vergroten slagkracht
1. In welke mate is het verhoogde budget feitelijk voldoende om op redelijke termijn de slagkracht zoals aangegeven te vergroten?
2. Vanaf wanneer kan de krijgsmacht weer aan grondwettelijke hoofdtaken voldoen?

Openbare analyses wekken de indruk dat de versterking pas over enige jaren kan starten, nadat de komende drie jaar achterstanden zijn gerepareerd.

3. Hoe kan de DMO de vergrote behoefte aan vervangende en nieuwe wapensystemen tijdig realiseren?
Met het sterk vergrote budget is veel mogelijk, maar de capaciteit van de DMO en de gehanteerde procedures zijn nu al een grote belemmering.

4. In welke mate houdt deze nota rekening met de ontwikkeling van nieuwe dreigingen, zoals hypersone raketten?
Verdediging tegen manoeuvrerende hypersone raketten is nu nog niet mogelijk. Veel onderzoek, innovatie en ontwikkeling van nieuwe technologieën is vereist om dit wél mogelijk te maken.

5. Welke bijdrage levert Defensie aan de afschrikking van de groeiende agressie van Rusland en China?
Goede verdedigingsmiddelen zijn van groot belang, maar geopolitiek en militair pas relevant als de aanval is begonnen.

Pag. 22 - Actielijn 2 - Personeel
6. Welke extra maatregelen worden genomen om technisch hoogopgeleid personeel te werven en te behouden?
7. Welke belemmeringen en beperkingen veroorzaakt het huidige tekort in de doelstellingen van innovatie, verwerving en ontwikkeling van nieuwe projecten?

Voor de versterking van een technisch hoogwaardige, innoverende krijgsmacht is veel technisch hoog opgeleid personeel nodig. In actielijn 2 wordt daarover niets aangegeven.

Pag. 27 - Actielijn 3 - Versterken specialismen
8. Welke uitbreidingen van de vloot met bemande of onbemande schepen zijn gepland?
De omvang en de staat van de vloot van de Koninklijke Marine is nog nooit zo klein en oud geweest als nu, terwijl dit Nederlandse specialisme van het grootste belang is om vrije handelsstromen over de wereld te behouden.

9. Welke feitelijke verdedigingsmiddelen worden ontwikkeld en/of aangeschaft tegen ballistische raketten, hypersonische raketten, grote en kleine drones?
Sensoren en command & control systemen geven immers slechts informatie.

Pag. 32 - Actielijn 4 - Meer Europese samenwerking
10. In welke mate sluit deze defensienota aan bij het beleid van de Europese Unie, dat in 2022 is ingezet?
Dit betreft o.a. het Strategisch Kompas, de Communication on Critical Technologies en de Communication on investment gaps.
Onder andere vraagt het Strategic Compass om “High-end naval platforms, future air combat systems, space-based capabilities, main battle tanks and more. These should all be next generation systems full of disruptive and other innovative technologies.”

11. Leidt gezamenlijke aanschaf van middelen in bilateraal of EU verband ook tot gezamenlijk eigendom?

12. Wordt Nederland in dat kader ook volwaardig lid van OCCAR, een Europees agentschap dat speciaal voor het doel van gezamenlijke verwerving is opgericht?

Pag. 35 - Actielijn 5 - Innoverend vermogen
13. Hoe verhoudt het beleid van innovatie, de behoefte aan geavanceerde systemen en de wens van strategische onafhankelijkheid zich tot het kopen-van-de-plank beleid?
De technologie van op de markt beschikbare en bewezen producten is immers altijd meerdere jaren oud omdat ontwikkeling en validatie van defensiesystemen vaak 10 jaar of meer duurt.

14. Hoe gaat Defensie bij het versterken van het ecosysteem met kennisinstituten en bedrijven aansluiten bij de economische processen in andere sectoren?
De huidige procedures en aanbestedingsregels belemmeren immers die aansluiting in belangrijke mate.

Pag. 48  - Bijlage transitie Koninklijke Marine
15. In welke mate worden de genoemde onbemande schepen ontwikkeld, aangeschaft en in gebruik genomen?
In Actielijn 3 worden bij het vergroten van de slagkracht geen onbemande schepen genoemd.

16. Wat wordt bedoeld met “gedistribueerd optreden” om de kwetsbaarheid te verminderen?
Dit lijkt geen vorm van verdediging, maar verminderen van de kansen op succes van een tegenstander.

17. In welke mate worden de goede banden tussen de Koninklijke Marine en het Verenigd Koninkrijk beĂŻnvloed door de Brexit?
De indruk van de werkgroep is dat op middellange termijn het confrontationele beleid van de huidige Britse regering ten opzichte van de EU een belemmering zal zijn voor samenwerking tussen krijgsmachten van de EU en van het VK.

18. Betekent de regel “Verwerving Ballistic Missile Defence Interceptiecapaciteit” op pag. 61 dat zowel het vuurleidingsysteem van de LCF wordt gemodificeerd én ook SM3 raketten worden aangekocht?
In de tekst van de nota wordt dit onderwerp verder niet genoemd.

Pag 57 - Bijlage 2 “Financiën”
19. Wat verklaart het verschil tussen de getallen in de tabel “Groeipad defensie-uitgaven …” en de voorspellingen van het CPB?
O.a. voorspelt het CPB in 2024 een BBP van meer dan 1 biljoen (1000 miljard) euro.  In de tabel staat dat in 2024 de Nederlandse defensie-uitgaven 2,03% van het BBP zullen bedragen.  Dit zou meer dan 20 mld moeten zijn, maar is slechts 19,4 mld. Het totaal verschil over 2022 - 2026 is meer dan 5 mld.

Pag. 58 - Bijlage 3 “Indicatieve Vooruitblik Investeringsprogramma”
20. Om welke redenen wordt slechts â…™ (een zesde) van de investeringen in de marine gedaan?
De nota levert geen onderbouwing, terwijl er jarenlang niet of nauwelijks in de Koninklijke Marine (KM) is  geïnvesteerd.  De vloot was in de geschiedenis nog nooit zo klein en zo oud als nu. Het belang van de KM voor vrije handelsstromen groeit echter sterk. O.a. door de ontwikkelingen in de Oostzee en de Zwarte Zee, de Zuid-Chinese Zee en het Arctische gebied. Daarnaast door de territoriale dreiging van ballistische raketten.

Download hier een PDF van dit commentaar.

 

_____________________________
Den Haag, 21 juni 2022
Meer informatie over de werkgroep Politiek en Defensietechniek vindt u via deze link.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de werkgroep via E: dv@kivi.nl 
Wilt u de commentaren en adviezen van de werkgroep per email ontvangen?  Meld u aan via deze link.
Disclaimer: De gegeven feiten en meningen zijn gebaseerd op open bronnen en op de kennis en ervaring van werkgroep leden.
Dit is geen officieel standpunt van KIVI. De vereniging aanvaardt geen aansprakelijkheid voor hetgeen door de werkgroep of haar leden naar voren is gebracht.

Foto: Tweede Kamer