De werkgroep “Politiek en Defensie & Veiligheidstechniek” analyseert actuele politieke ontwikkelingen in de defensiesector. Zij levert feiten en duiding vanuit de technologische kennis en ervaring van ingenieurs.
Op basis van openbaar beschikbare informatie heeft de werkgroep onderstaande opmerkingen over de toekomstvisie “Houvast in een onzekere wereld”, die de Minister van Defensie op 14 februari 2017 heeft gepubliceerd. De opmerkingen betreffen uitsluitend technologische of daarmee verband houdende aspecten.
Algemeen
Aan het visiedocument hangt nu geen prijskaartje. Dat maakt beoordeling lastig. De mooie woorden kunnen echter niet verhullen dat het welvarende Nederland, net als nauwste samenwerkingspartners Duitsland en België, ver achterblijven bij de in 2014 aangegane verplichtingen in NAVO verband!
In het document wordt veel aandacht besteed aan soft power, zoals digitale en hybride aanvallen en andere low-intensity conflicten, terwijl wereldwijd de dreiging van grotere conflicten hoger in het geweldsspectrum toeneemt. Een toekomstvisie voor Defensie zou ook een heldere analyse van de noodzaak van hard-power hoger in het geweldsspectrum moeten bevatten.
Pagina 6. De digitale informatierevolutie
De constatering dat big data en internet of things van belang is voor de toekomst is duidelijk. Aan de genoemde technologieën wordt druk gewerkt in het civiele domein. Naar onze mening zijn de beloften van kunstmatige intelligentie en kwantum cryptografie echter zeker niet minder belangrijk. Vooral voor militaire doeleinden.
Pagina 6. De mens-machine relatie
De technologische ontwikkeling gaat inderdaad heel snel. Aan de genoemde technologieën zoals robotica en nanotechnologie wordt vooral gewerkt in het civiele domein. Militaire toepassingen moeten er echter ook komen, of we moeten ervoor zorgen dat we ons daartegen kunnen verdedigen. Zwermen autonoom opererende drones en bio-terrorisme zijn een serieuze dreiging van de toekomst. Daarop moeten we ons technisch en materieel voorbereiden en niet alleen deelnemen aan de genoemde internationale debatten.
Pagina 7. Veiligheidsvraagstukken
Hier wordt gesproken over de onrustige geo-politieke situatie en ontwikkelingen. Â Ook wordt gesproken over de noodzaak snel te kunnen reageren in voorkomende gevallen. Â Deze noodzaak legt een claim op Gereedheid. Â Waar dit in het recente verleden een, kennelijk, onderbelichte kwestie is geweest en de nadruk zo duidelijk op operaties heeft gelegen, is het nuttig om in een visienota aandacht te besteden aan de vraag hoe Gereedheid op orde gebracht en gehouden kan en moet worden. Gedacht zou moeten worden aan herstel en uitbreiding van de technische en logistieke functies en eenheden bij de krijgsmacht. Â
Pagina 8. Hybride oorlogvoering
Bij hybride dreigingen is het inderdaad soms lastig te opponent te identificeren. Het is van belang om serieus onderzoek en ontwikkeling (R&D) uit te laten voeren op het gebied van hybride dreigingen. Detectie en herkenning van personen (gezichtsherkenning), materialen (snelle DNA profiling) en communicatie-activiteiten (internet, radio- en satellietcommunicatie) zijn daarbij van belang.
Pagina 8. Het digitale domein
Het belang van een goede verdediging tegen aanvallen in het digitale domein is de laatste jaren helder geworden en hoeft geen betoog meer. In de actualisering van de Defensie cyber strategie in 2015 was het beleid van Defensie gericht op de verdediging van de eigen systemen en netwerken. In dit meerjarig perspectief wordt vooral gewezen op dreigingen buiten Defensie en specifiek op de vitale infrastructuur. Onduidelijk is of Defensie naar aanleiding van dit visiedocument de aandacht gaat verleggen naar de verdediging van de vitale infrastructuur en andere nationale belangen.
Pagina 12 Internationale samenwerking
Gezamenlijke verwerving en ontwikkeling van capaciteiten met NAVO en/of EU partners heeft ongetwijfeld voordelen. Onbesproken blijft in dit visiedocument de mogelijkheid van gezamenlijke ondersteuning in de vorm van onderhoud en logistiek. Â Hier zijn schaalvoordelen te behalen en het verdient aanbeveling die expliciet te benoemen en er ook gericht beleid op te voeren. Â
Pagina 13. European Defence Action Plan
Een sterke EDTIB en toegang van het MKB is inderdaad van belang. Veel Europese en nationale beleidsmaatregelen belemmeren dit echter. O.a. het verbod van de Europese Investeringsbank (EIB) om hun instrumenten aan defensie-projecten en defensie-industrie beschikbaar te stellen. Het commentaar van de Federation of European Defence Technology Associations (EDTA) op het action plan gaat hier uitgebreid op in.
Ook de Nederlandse inbreng in het European Defence Action Plan blijft in algemeenheden steken. Het effect van de komende BREXIT op de Europese defensiesamenwerking wordt zelfs niet genoemd. Toch kan verwacht worden dat dit effecten zal hebben. Operationele samenwerking van de Koninklijke Marine en het Korps Mariniers zal in NAVO verband niet veel veranderen. Samenwerking op materieel gebied en wetenschappelijk onderzoek echter wél.
Pagina 14. Internationale samenwerking
Samenwerking op operationeel gebied begint vorm te krijgen zonder afbreuk te doen aan de nationale soevereiniteit. Samenwerking op industrieel gebied en capaciteiten is echter nog nauwelijks aan de orde. Ondanks Europese richtlijnen zijn er in Europa grote verschillen in aanbestedingsprocedures en de nadruk die op verschillende aspecten wordt gelegd. Het is wenselijk om voor samenwerkingsprojecten, in overleg met de buitenlandse partner, de gezamenlijke verwerving systematiek te harmoniseren. Met name ook in de gehanteerde interpretatie.
Pagina 22, 23. Sterk in het cyber- en informatiedomein
Hier wordt aangegeven dat om redenen van doeltreffendheid én doelmatigheid de krijgsmacht volledig informatie-gestuurd moet optreden met gebruikmaking van de modernste informatie- en communicatiemiddelen. Hoewel de terminologie wat anders is, lijkt deze visie op dit vlak weinig nieuwe inzichten te geven en zelfs minder concreet te zijn dan eerdere documenten als de “Beleidvisie 2007 – Op weg naar een nieuw evenwicht” uit 2005, de Nederlandse Defensiedoctrine uit 2005 en in de visie op “Netwerkend Optreden” uit 2006.
Het is gewenst om de destijds geformuleerde kritische succesfactoren voor informatiegestuurd optreden te evalueren en het beleid op het resultaat van deze evaluatie af te stemmen.
Pagina 25. Technologisch vooruitstrevend
Deze paragraaf is de werkgroep uit het hart gegrepen. Het belang van technologie en de innovatiekracht van Defensie is zeer groot. Dat wordt ook regelmatig door het Ministerie van Defensie aangegeven. Vastgesteld moet echter worden dat sinds enkele jaren het “kopen-van-de-plank” beleid innovatie en technologische vernieuwing zo goed als onmogelijk maakt.
De constatering dat de Nederlandse krijgsmacht zich onderscheidt door haar innovatieve vermogen is gestoeld op de jarenlange samenwerking in wat sinds 2006 de “gouden driehoek” werd genoemd. De toekomstvisie zou concreet moeten ingaan op de (toekomstige) rol van de Nederlandse industrie en kennisinstituten. Onder meer is het van belang om richting te geven aan de evolutie van het “gouden ecosysteem”, zoals de “gouden driehoek” tegenwoordig wordt genoemd. Komen er nieuwe nationale en internationale spelers bij, zoals startups, bedrijven uit andere sectoren, ingenieursverenigingen en de financiële sector? Hoe verandert de rol van de huidige spelers in de driehoek?
Â
Â
_____________________________
Den Haag, 13 maart 2017
Meer informatie vindt u op de webpagina van de werkgroep Politiek en Defensie & Veiligheidstechniek.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de werkgroep via E: dv@kivi.nl of T: 071 7113973Â
Disclaimer: De gegeven feiten en meningen zijn gebaseerd op open bronnen en op de kennis en ervaring van werkgroep leden. Dit is geen officieel standpunt van KIVI. De vereniging aanvaard geen aansprakelijkheid voor hetgeen door de werkgroep of haar leden naar voren is gebracht.Â
Foto: Ministerie van Defensie.
Â
Â
Â
Â
Â
Â