De vier nieuwe regeringspartijen PVV, VVD, NSC en BBB hebben een hoofdlijnenakkoord afgesloten, dat de komende maanden door de nieuw benoemde bewindspersonen zal worden uitgewerkt in een regeerakkoord. De werkgroep Politiek en Defensietechniek heeft hiervoor een aantal suggesties

De werkgroep Politiek en Defensietechniek van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) heeft onderstaande aanbevelingen voor de kabinetsformatie. Deze zijn opgesteld op basis van openbaar beschikbare stukken en kennis en ervaring op het gebied van defensie-technologie. De opmerkingen en vragen betreffen uitsluitend technologische of daarmee verband houdende aspecten.

Als vervolg op de formatiebrief 2023 die de werkgroep na de verkiezingen op 18 december 2023 aan de informateur stuurde, heeft de werkgroep de aanbevelingen bijgesteld en waar mogelijk voor de uitwerking door de nieuw benoemde minister Brekelmans en Staatssecretaris Tuinman geconcretiseerd. Deze aanbevelingen passen binnen het hoofdlijnen akkoord, dat de PVV, VVD, NSC en BBB hebben afgespoken.

Veiligheid en stabiliteit van ons land en de wereld is essentieel voor een gezonde en duurzame economie. De wereld om ons heen wordt echter steeds onveiliger. Hierdoor bouwen bedreigingen van onze welvaart zich op en worden de risico’s groter. De geopolitieke situatie en de daarbij behorende ontwikkelingen in de machtspolitiek van Rusland, China en Iran maken een assertiever defensie- en buitenlandbeleid noodzakelijk. Ook op het gebied van technologie en materieel.

Download een PDF

Het is goed te weten dat Nederland vanaf 2024 aan de NAVO norm van 2% BBP zal voldoen en dat de nieuwe regering dat zo wil houden. Ook dat Nederland zich in de komende kabinetsperiode inzet voor de Defensie-industrie in eigen land en de Europese Unie.
Hierbij moet rekening worden gehouden dat een effectieve inzet van Defensie een lange voorbereiding vergt op het gebied van technologie, materieel, personeel en training. Binnen Defensie, de kennisinfrastructuur en de Defensie-industrie. Een goed overleg in een “gouden driehoek”, vierkant of anderszins past daarbij beter dan streng gereguleerde en gecompartimenteerde aanbestedingsprocedures.

De belangrijkste aanbevelingen van onze werkgroep voor de komende kabinetsperiode zijn:

>A. Investeer in middelen om de krijgsmacht te versterken voor inzet in het hogere deel van het geweldsspectrum. Focus op grote wapensystemen, onbemande systemen, maar ook op cyber en bescherming infrastructuur. Verhoog de investeringsquote structureel naar minimaal 30%.

B. Stimuleer de energietransitie voor Defensie met technologieën, die voor Defensie specifiek en onmisbaar zijn.

C. Versterk de defensie-industrie door garanties en lange termijn-opdrachten, waardoor o.a. pensioenfondsen en andere grote investeerders wel kunnen investeren. Maak afspraken voor grote projecten en infrastructuur.

D. Streef in de Europese context naar een clusterstructuur voor product- en systeemontwikkeling en schaalbare licentie-productie door de hele Unie. Ook in Nederland.

E. Versterk de kennisinfrastructuur binnen defensie, kennisinstituten en industrie, om de aansluiting met de grote landen niet te verliezen.  Verhoog de R&D quote van 2% naar 3%.

In onderstaande  paragrafen zijn de verschillende aspecten uitgewerkt en toegelicht. Het is goed om in recente ontwikkelingen te zien dat diverse van onze eerdere suggesties al worden uitgevoerd. Die zijn hier niet meer herhaald. 

Materieelbeleid

1. Verhoog de investeringsquote de komende 10 jaar tot minimaal 30% van de Defensiebegroting.
Het besteden van 21% van de Defensiebegroting aan de ontwikkeling, aankoop en bouw van nieuw materieel werd in het verleden noodzakelijk geacht voor het op orde houden van Defensiematerieel. Door de jarenlange verwaarlozing en daling van de investeringsquote tot nauwelijks meer dan 10% zijn ook vervangingen en de aankoop van nieuw geavanceerd materieel sterk vertraagd. Daarom is het van belang dat de investeringsquote significant stijgt om de krijgsmacht up-to-date te krijgen en te houden.
Ook in het licht van de toenemende automatisering en het streven naar een arbeidsextensieve krijgsmacht voorzien wij dat in de toekomst een structureel niveau van 30% noodzakelijk is.
Concreet: Stel de investeringsquote de komende 10 jaar structureel op 30% of hoger.

2. Behoud vitale militair-technische kennis en versterk deze voor een effectieve Nederlandse rol in EU en NAVO.
Een hoog niveau van wetenschappelijke kennis van technologie is van groot belang om productontwikkeling te kunnen sturen, systemen te selecteren en op de meest effectieve manier in te zetten. Die kennis is nodig bij Defensie, kennisinstituten en de bedrijven die apparatuur voor Defensie ontwikkelen en bouwen. Voor een klein land met een relatief beperkt Defensiebudget is een relatief hoge investering in kennis van extra groot belang, om mee te komen met de grote landen.
Door de steeds snellere technologische ontwikkeling bevelen wij aan om het budget voor wetenschappelijk onderzoek te verhogen tot 3% van de Defensiebegroting, boven de EDA norm van 2%.
In navolging van de private sector verdient het overweging om specifieke onderzoeksprojecten, opdrachten voor promovendi en afstudeerders aan de TUs, gericht te gaan sponsoren als zgn 3e geldstroomprojecten. Ook “Defensie-hoogleraren” bij de TUs en lectoren bij Hogescholen kunnen een goede bijdrage leveren om kennis te ontwikkelen, daarmee draagvlak te creëren en hoogopgeleid personeel aan te trekken..
Daarbij is het van belang dat de expertise ook binnen de krijgsmacht meegroeit, om het nut en de resultaten te kunnen beoordelen en in te zetten. Brede samenwerking in kennisnetwerken waarin ook de industrie is vertegenwoordigd kan een goede inzet van de kennis ondersteunen. Zoals bijvoorbeeld in “Nederland Radarland”.
Concreet: Verhoog het budget voor wetenschappelijk onderzoek tot 3% van de Defensiebegroting om goed aan te kunnen sluiten bij andere EU- en NAVO-landen. Laat de expertise binnen Defensie daarmee meegroeien en borg een goede toepassing in kennisnetwerken, waarin ook de industrie is vertegenwoordigd.

3. Kies voor ontwikkeling van de nieuwste systemen in plaats van verouderde COTS/MOTS systemen.
Het beleid van de afgelopen jaren was voornamelijk gericht op de aanschaf van Commercial Off The Shelf (COTS) of Military Off The Shelf (MOTS) systemen: uit-ontwikkeld, in productie en bewezen. Het technologieniveau van ‘bewezen’ systemen loopt echter meestal 10-15 jaar achter bij de huidige stand van de techniek.
Om over geavanceerde middelen met de grootste kans op militair succes te beschikken, is het verstandig om veel vaker zelf ontwikkelingsopdrachten te plaatsen of in Europees verband samen te werken aan de nieuwste systemen. Belangrijke voorbeelden uit het verleden zijn radarsystemen, de participatie in de ontwikkeling van F-35 jachtvliegtuigen en vele in Nederland ontwikkelde en gebouwde marineschepen. Hierbij kunnen grote bedrijven, maar ook startups en scale-ups worden ingeschakeld. Goed overleg past daarbij beter dan streng gereguleerde en gecompartimenteerde aanbestedingsprocedures.
Concreet: Plaats vaker zelf ontwikkelingsopdrachten en begin deze op tijd en in goed overleg om invulling te geven aan de wens van een technisch hoogwaardige krijgsmacht.

4. Bouw verder aan een arbeidsextensieve krijgsmacht om de behoefte aan personeel te beperken.
Door het huidige en toekomstige tekort aan personeel is het van groot belang om door te gaan met het bouwen aan een innovatieve, technisch hoogwaardige en vooral arbeidsextensieve krijgsmacht. Meer automatisering, bediening op afstand, kunstmatige intelligentie en autonome systemen kunnen daarbij helpen. De technologie-ontwikkeling is zover gevorderd dat afstandsbestuurde en autonoom opererende systemen in veel gevallen mogelijk zijn.
Concreet: Focus op wapensystemen waarvoor minder personeel nodig is. Vooral op onbemande systemen.

5. Verhoog de aandacht voor simulatie.
De technologische mogelijkheden voor het oefenen door middel van simulatie (van processen of met Extended Reality-technologie) nemen nog steeds snel toe. Door de introductie van artificial intelligence (AI) zal dat alleen maar verder toenemen. Het verdient aandacht daarin meer te investeren om het oefenen goedkoper en effectiever te maken. Deze technologieën maken het ook mogelijk om operationele processen te verbeteren en te trainen voor zeer risicovolle en gevaarlijke situaties. Verder kan het de belasting van natuurgebieden door de landmacht en boven ons land door de luchtmacht te verminderen. Internationaal bundelen van simulatiesystemen vergroot de mogelijkheden, is efficiënter en versterkt de samenhang met partners. Goede voorbeelden zijn de helikopter-simulatoren in Den Helder, waarvan meerdere landen gebruik maken.
Concreet: Streef naar geavanceerde internationale simulatie faciliteiten om training en opleiding effectiever,  efficiënter en goedkoper te maken..

6. Versterk de krijgsmacht met grote wapensystemen (zoals vliegtuigen, tanks, luchtverdediging  en fregatten).
Door conflicten tussen staten en andere dreigingen is het van belang om de krijgsmacht verder te versterken. Nu al is het lastig om in het hogere deel van het geweldsspectrum kleinschalig te participeren nabij Israël en in de Rode Zee. Voor de landmacht zijn gevechtstanks, voor de luchtmacht extra jachtvliegtuigen en voor de marine extra fregatten, onderzeeboten. Voor alle krijgsmachtonderdelen zijn onbemande systemen van belang. Soms in grote aantallen.
Nationaal is voltooiing van de maritieme capaciteiten voor raketverdediging, nationale luchtverdediging tegen drones, bescherming van de Noordzee (onderwater) infrastructuur van belang.
Concreet: Versterk de krijgsmacht met wapensystemen voor het hogere deel van het geweldsspectrum om opkomende dreigingen te kunnen weerstaan. Zowel nationaal, Europees als wereldwijd. Zet daarbij vooral in op onbemande systemen.

7. Streef naar een hoog beschermingsniveau voor bijzondere nationale veiligheidsrisico’s.
Een betere bescherming van dataverkeer, kritieke infrastructuur en cyberveiligheid zijn van groot belang voor de nationale veiligheid en autonomie. De regering zou moeten streven naar een zeer goed beschermingsniveau op al deze terreinen. Kunstmatige intelligentie, geavanceerde sensoren, satellieten en onbemande systemen kunnen daarvoor worden ingezet.  
Concreet: Zet kunstmatige intelligentie, geavanceerde sensoren, satellieten en onbemande systemen in voor bescherming van kritieke infrastructuur, dataverkeer en cyberveiligheid.

8. Inbvesteer in energietransitie, specifiek van belang voor Defensie.
De energietransitie is van belang voor Defensie in verband met de gewenste strategische (energie) onafhankelijkheid en de uitstoot van o.a. CO2. Gericht onderzoek en ontwikkeling van duurzame technologieën voor specifieke Defensie-toepassingen is noodzakelijk aangezien niet alle civiele technologieën geschikt zijn voor toepassing in de krijgsmacht. Gezien de lange levensduur van nieuwe grote wapensystemen is een modulaire en flexibele benadering voor bestaande en toekomstige energiedragers en bijbehorende systemen gewenst.
Het is voor Defensie essentieel om op grote schaal te kunnen beschikken over synthetische brandstoffen voor niet aanpasbare wapensystemen als (jacht)vliegtuigen. Dit soort brandstoffen zouden met behulp van kernenergie kunnen worden geproduceerd en dragen daarmee bij aan de strategische (energie) onafhankelijkheid. In februari 2023 publiceerden wij over dit onderwerp een position paper (link) met dertien aanbevelingen.
Concreet: Onderstreep het belang van strategische (energie) onafhankelijkheid. Ook voor Defensie. Laat voor Defensie onmisbare duurzame energiedragers zelf ontwikkelen, als die in de civiele markt niet beschikbaar komen. Bijvoorbeeld door initiatieven van bedrijven te stimuleren als launching customer.

9. Bewaak de vervanging van de onderzeeboten streng.
Over de vervanging van de onderzeeboten is in 2024 een beslissing gevallen. De uitvoering moet echter nog starten, waarbij door onze werkgroep steeds grote risico’s worden gesignaleerd op het gebied van kosten- en tijd-overschrijdingen. Ook zijn er risico’s op “onvermijdelijke” technische compromissen  t.o.v. de overeengekomen specificaties, zoals de integratie van Tomahawk missiles en Mk48 torpedo’s.
Concreet: Laat de uitvoering van het project op basis van het DMP-D streng bewaken en accepteer geen compromissen in tijd, geld en product.

10. Behoud de Nederlandse onderzeeboot kennisinfrastructuur.
Gevolg van de beslissing over de vervanging van onderzeeboten is dat veel van de in tientallen jaren opgebouwde militair-technische kennis, die voor de inzet benodigd is, niet meer goed aansluit. Alle kennis en kunde zal moeten worden aangepast aan de systemen en technologieën van Naval Group. Bij de industriële participatie is hierin niet voorzien. Dit betreft vrijwel uitsluitend platformsystemen (niet sensoren, command & control en wapensystemen). 
Concreet: Onderzoek hoe de kennis van COMMIT/JIVC, TNO, de onderzeedienst en andere actoren op peil kan worden gebracht, zodat Nederland de huidige directe partnerlanden en de NAVO dezelfde top-niveau kennis en samenwerking kan blijven bieden. 

Financieel beleid en begrotingsplanning

11. Maak mogelijk dat pensioenfondsen en grote investeerders kunnen bijdragen aan een versnelling van grote projecten en innovatie.
In 2022 en 2023 heeft de Defensietop meerdere malen in het openbaar aangegeven dat investeringen door pensioenfondsen belangrijk zijn om de krijgsmacht op orde te brengen en te houden. Diverse pensioenfondsen en vermogensbeheerders willen een bijdrage leveren, mits zij hun primaire opdracht om pensioenen te betalen kunnen blijven uitvoeren. Een hoog rendement is daarbij niet de primaire drijfveer. 
Het is nu echter onduidelijk hoe en wat pensioenfondsen en andere grote investeerders kunnen doen. De regering zal deze investeringen in overleg met deskundigen mogelijk moeten maken.
In de Actieagenda “Opschaling van de productie en leveringszekerheid” van 7 juni 2024  is aangegeven dat de regering uiterlijk in het derde kwartaal met een Kamerbrief zal komen.
Concreet: Gebruik de moties Belhaj (2019) en Valstar (2022) als basis om grote investeringen door pensioenfondsen en investeerders in grote projecten en infrastructuur mogelijk te maken. Overleg met deskundigen.
Concretiseer de in de actieagenda “Opschaling van de productie en leveringszekerheid” aangegeven elementen als garanties en/of lange termijn inkoopafspraken. Dan zijn ook daar passende investeringen mogelijk.

12. Plan een stabiele stroom van zeer grote projecten om start- en stopverliezen te beperken.
De afgelopen decennia zijn projecten in hoge mate geconcentreerd geweest rond een bepaald krijgsmachtdeel. Projecten voor de andere twee grote zeer kapitaalintensieve operationele commando’s waren dan veel kleiner of geheel afwezig. Denk aan de Defensiebrede vervanging van operationele wielvoertuigen (DVOW), het F-35 project en nu een inhaalslag voor fregatten en onderzeeboten.
Deze concentratie vergt telkens een sterke opbouw van kennis bij Defensie, de kennisinstituten en bedrijven.  Starten en stoppen van activiteiten en het op- en afschalen van kennis leidt tot tijd- en kwaliteitsverlies en onnodige kosten. De huidige problemen om voldoende gekwalificeerd personeel te werven versterkt dit proces. Een meer gelijkmatige stroom van projecten zou de stabiliteit van betrokken organisaties verbeteren en daardoor kwalitatief betere resultaten opleveren.
Concreet: Realiseer een planning van grote projecten die leidt tot een stabiele inzet van capaciteiten van Defensie, de kennisinstituten en bedrijven. 

Defensie-industrie

13. Stimuleer excellente Nederlandse OEMs en andere bedrijven binnen de kaders van een Europese strategische autonomie.
Betere Europese samenwerking in de defensieindustrie kan de ontwikkeling en productie van Defensiemiddelen effectiever en efficiënter maken. De Europese Unie en de lidstaten lijken aan te sturen op het stimuleren van grote bedrijven die eindproducten leveren (OEMs) door lange termijn contracten en afname garanties. De (prijs)concurrentie wordt verlegd naar de toeleveranciers van onderdelen en halffabricaten. Het is daarom géén goed idee om de Nederlandse industrie voornamelijk in die rol van toeleverancier te willen plaatsen.
Behoud of vorming van een OEMs is van belang om structureel een concreet zichtbare en proportionele bijdrage aan de Europese defensie-industrie te geven. Damen Naval en Defenture zijn goede voorbeelden, maar een OEM die drones ontwikkelt en produceert is er in Europa nog niet.
Concreet: Behoud en stimuleer OEMs van vitaal belang voor Nederland en stimuleer innovatieve bedrijven die kunnen excelleren in Europa. Ontwikkel op deze basis een aangepaste Defensie Industrie Strategie (DIS) .

Europese Unie

14. Streef op lange termijn in Europa naar een clusterstructuur voor R&D en naar strategisch verspreide licentieproductie
De Europese Defensieindustrie is enorm versnipperd en de lidstaten hebben een focus op nationale bedrijven. Deze zijn daardoor in veel lidstaten nauwelijks levensvatbaar en de geleverde systemen zijn vaak niet-compatibel.
De in het voorjaar van 2024 gepubliceerde European Defence Industry Strategy (EDIS) heeft voor deze problematiek geen werkelijk oplossing gebracht. O.a. is de aangekondigde BTW-vrijstelling voor bepaalde projecten zeer beperkt. Ook het European Defence Industry Plan (EDIP) biedt geen oplossing. Het blijft gericht op de versterking van nationale middelen en nationale industrieën.
Een door ons samen met Eurodefense ontwikkeld concept “Clustering the EDTIB” stelt voor op langere termijn te streven naar een clusterstructuur voor R&D en licentiebouw door bedrijven in de gehele Europese Unie.
Concreet: Stuur aan op een Europese clusterstructuur voor product- en systeemontwikkeling en schaalbare licentie-productie door de hele Unie, dus ook in Nederland. 

15. Creëer een gelijkwaardig Europees  speelveld voor export van defensiematerieel.
Om een gelijk speelveld voor de Defensie Industrie te garanderen is een veel betere coördinatie van het wapenexportbeleid in de EU noodzakelijk. Het Nederlandse wapenexportbeleid dient naadloos aan te sluiten bij dat van de andere EU-lidstaten. Nu zijn er grote verschillen in de toepassing van het beleid door de lidstaten. Dit heeft ongelijke kansen en belemmeringen van in de EU lidstaten gevestigde bedrijven tot gevolg. 
Het trilateral agreement, dat in 2023 door Frankrijk, Duitsland en Spanje is opgezet, verdient steun. Het VK, Italië en Nederland zoeken al aansluiting bij deze overeenkomst. 
Concreet: Realiseer aansluiting bij het Trilateral Agreement en dring er bij de overige EU lidstaten en partners op aan zich hierbij ook aan te sluiten.
 

_____________________________
Den Haag, 2 juli 2024
Meer informatie over de werkgroep Politiek en Defensietechniek vindt u via deze link.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de werkgroep via E: dv@kivi.nl 
Wilt u de commentaren en adviezen van de werkgroep per email ontvangen?  Meld u aan via deze link.

Ben je ingenieur en wil je meewerken aan onze adviezen? Neem contact op via dv@kivi.nl 
Disclaimer: De gegeven feiten en meningen zijn gebaseerd op open bronnen en op de kennis en ervaring van werkgroep leden.
Dit is geen officieel standpunt van KIVI. De vereniging aanvaardt geen aansprakelijkheid voor hetgeen door de werkgroep of haar leden naar voren is gebracht.

Foto: Ministerie van Defensie