Omschrijving

Nederland heeft een rijke traditie als het gaat om het ontwikkelen van haar bodemschatten. Winning van steenkool, zout, aardolie en aardgas hebben ons land groot economisch voordeel opgeleverd. In ons streven naar duurzame energiebronnen, wordt veelal gekeken naar het benutten van de ondergrond. Innovaties van de laatste jaren zijn de winning van aardwarmte, de opslag van warmte/koude, afvalwater van de industrie en de tijdelijke opslag van aardgas of perslucht. Deze activiteiten nemen in aantal fors toe. In het maatschappelijke debat wordt al fors gediscussieerd over de toekomstige ontwikkelingen zoals de winning van schaliegas en de opslag van CO2 of radioactief afval.

Een groot deel van bovengenoemde activiteiten vindt in de diepe ondergrond plaats, echter ook op minder grote diepte heeft de ondergrond al een functie gekregen. Hierbij moeten we denken aan onze drinkwaterwinning, de winning van primaire bouwstoffen of het bouwen van ondergronds infrastructuur en voorzieningen. Steeds vaker raken nieuwe initiatieven deze bestaande functies. Het wordt dus druk in de ondergrond!

De vraag kan dus worden gesteld of er grenzen zijn aan dit gebruik; hoe bepalen we prioriteiten als er meerdere gebruiksopties voor eenzelfde gebied bestaan en hoe is de relatie met de bovengrond? Voor onze bovengrondse activiteiten is de ruimtelijke ordening in wetten en regels vastgelegd. Deze ordening is sterk verfijnd en op elkaar afgestemd. Wij plannen woonkernen, infrastructuur, industrie, landbouw en natuur. Door deze wetten en structuren is Nederland maakbaar geworden. Voor het gebruik van onze ondergrond ontbreken deze ordeningsprincipes. Daarnaast is de ondergrond niet maakbaar, maar afhankelijk van de geologie. Een zoutkoepel of gasveld kun je niet verschuiven.

Voor ondergrondse activiteiten is de centrale vraag “Wat kan waar?”. Vervolgens is de vraag “Wat willen wij waar?”. Vaak worden deze in verkeerde volgorde beantwoord, op basis van initiatieven die zich aandienen. Naast deze vragen dient ook het algemeen belang afgewogen te worden. Wat betekenen de activiteiten voor het economisch belang en de strategische voorraden van Nederland. Deze vragen en onze zoektocht naar nieuwe en duurzame ondergrondse energiebronnen, vereist een transparant beslismodel om keuzes te kunnen maken voor de verschillende activiteiten in de ondergrond. Het Rijk ontwikkelt dit beslismodel in een Structuurvisie voor de diepe ondergrond.

17:45 uur Ontvangst met broodjes, koffie en thee
18:20 uur Welkom en inleiding door Martijn van Houten
(bestuurslid KIVI NIRIA afdeling Milieutechniek/Voedsel en Groen)
18:30 uur Het benutten van onze bodemschatten
door Prof. Rien Herber (RUG)
19:15 uur Afweging en ordening van onze ondergrond
door Ir. Tanno Verburg (ministerie I&M)
20:00 uur Pauze met koffie en thee
20:15 uur Gesprek en discussie met de deelnemers
20:45 uur Gelegenheid tot napraten en netwerken onder het genot van een drankje

Spreker(s)

Over deze ontwikkelingen organiseert KIVI NIRIA een bijeenkomst met als sprekers de heer prof. Rien Herber (hoogleraar Geo-energie, Rijksuniversiteit Groningen) en de heer ir. Tanno Verburg (projectleider Structuurvisie Ondergrond, ministerie Infrastructuur en Milieu). Hun voordrachten gaan in op de resterende voorraden en keuzemogelijkheden voor exploitatie van de Nederlandse ondergrond en het voornemen om een Structuurvisie voor de Ondergrond te maken door het rijk. Tijdens deze bijeenkomst komen niet alleen de technisch/economische aspecten aan de orde, maar wordt ook aandacht besteed aan het nut, de noodzaak en de publieke acceptatie die met de exploitatie van deze activiteiten samenhangen.

Locatie

KIVI NIRIA Gebouw

Prinsessegracht 23, 2514 AP Den Haag

Organisator

Mijnbouw

Duurzame Technologie

Naam en contactgegevens voor informatie

Martijn van Houten

m.vhouten@witteveenbos.nl

Artikel Bodem-oorlog uit De Volkskrant