Nieuwe draadloze technologie is in staat om extreem snelle dataverbindingen op 5G en 6G mogelijk te maken
Met het toekennen van een Take-off haalbaarheidsstudie voor het opstarten van de nieuwe spin-off MaxWaves, is dit nieuwe systeem ontwikkeld in de onderzoeksgroep van hoogleraar Bart Smolders aan de faculteit Electrical Engineering. De antennes richten de signalen elektronisch in de juiste richting, waardoor het systeem zeer energiezuinig is en de signalen niet verstoord worden door weersomstandigheden.
Rond 2025 zal waarschijnlijk iedereen overgestapt zijn van het huidige 4G-internet, via 5G naar 6G. Daardoor zullen datasnelheden in 2025 maar liefst honderd keer zo hoog zijn als nu. Dit betekent dat de antennes op de basisstations – die tientallen tot honderden mobiele gebruikers tegelijk moeten bedienen – nog vele malen grotere hoeveelheden informatie met elkaar moeten uitwisselen dan nu het geval is.
Reeks gekoppelde antennes
De groep van prof.dr.ir. Bart Smolders heeft een nieuwe antennetechnologie ontwikkeld waarmee toekomstige basisstations draadloos met elkaar verbonden kunnen worden met extreem hoge datasnelheden. Dit is mogelijk door gebruik te maken van een hele reeks elektronisch gekoppelde antennes. De radiobundels worden hiermee elektronisch in de juiste richting gestuurd. Schotels met deze antennes hoeven dus niet fysiek te bewegen om van uitzendrichting te veranderen.Deze technologie verbruikt weinig energie, en kan optimaal blijven functioneren onder alle weersomstandigheden. De elektronische aansturing kan zich namelijk direct aanpassen aan verstoring door wind en regen. Elektronische bundelsturing zorgt er bovendien voor dat er geen kabels de grond in hoeven en dat het systeem elektronisch te configureren is. Daardoor is het heel eenvoudig om de netwerkcapaciteit tijdelijk uit te breiden, bijvoorbeeld bij een groot evenement.
MaxWaves
TU/e-spinoff MaxWaves gaat dit systeem commercieel op de markt brengen voor toekomstige netwerken. Met de Take-off haalbaarheidsstudie kan MaxWaves een nieuw prototype bouwen dat geavanceerder is dan de eerder gebouwde twee prototypes. De tests daarvoor vinden plaats bij de TU/e. Naast het technologisch onderzoek, komt er ook een marktanalyse voor het onderliggende businessplan.
