Cuperusprijs

Over de Cuperusprijs

De afdeling Verkeer en Vervoer van het KIVI looft in samenwerking met CROW, DHV en ProRail eens per twee jaar de Cuperusprijs uit voor het beste afstudeerwerk aan een Nederlandse universiteit in de Verkeerskunde en Vervoerstechniek. De prijs bestaat uit een bedrag van € 1.000,- en een jaarlidmaatschap van KIVI. Daarnaast wordt bij voldoende kwaliteit een tweede en derde prijs uitgereikt, van € 500,- respectievelijk € 250,-.

Prof. ir. J.L.A. Cuperus

Prof. ir. J.L.A. Cuperus (1896 - 1975) was een veelzijdig ingenieur die zijn loopbaan in 1919 begon bij de Nederlandse Spoorwegen en in 1960 afsloot als directeur van het Spoorwegbouwbedrijf. Zijn betrokkenheid bij het onderwijs was groot. Vanaf 1948 droeg hij in vele functies bij aan de ontwikkeling van het technisch onderwijs, ondermeer als voorzitter van de Leerplancommissie van de Verkeersacademie Tilburg en de Commissie Opleiding Verkeerskunde NIRIA/KIVI, en als bestuurslid van de Stichting Postacademiale Vorming Verkeerskunde. Aan de Technische Hogeschool Delft drukte hij als buitengewoon hoogleraar Spoorwegbouwkunde (1958-1966) zijn stempel op de opleiding van civiele ingenieurs en stond hij aan de wieg van de afstudeerrichtingen Verkeerskunde en Civiele Planologie. Binnen de toenmalige KIVI-afdeling Verkeer en Verkeerstechniek richtte hij de sectie Verkeerstheorie op, waarvan hij 7 jaar voorzitter was. Hij was lid van de Spoorwegongevallenraad en actief in de Stichting Toekomstbeeld der Techniek. In 1970 verleende het KIVI hem de Instituutsmedaille van Verdienste. Met de Cuperusprijs wil het KIVI de herinnering aan een groot man op het vakgebied Verkeerskunde en Vervoerstechniek levendig houden.

Aandachtsgebied

Het aandachtsgebied voor de prijs omvat het verkeer en vervoer en alle factoren die daarop van invloed zijn met uitsluiting van het terrein voertuigtechniek. Nieuwe verkeers- en vervoerssystemen vallen wel binnen het aandachtsgebied. Het betreft personen- en goederenvervoer, individueel en collectief, via weg, rail, water en lucht.

Voorwaarden

In aanmerking komt afstudeerwerk voor een Nederlandse academische opleiding, dat valt binnen het genoemde aandachtsgebied en wordt voorgedragen door een afstudeerhoogleraar. Er wordt vanuit gegaan dat toetsing aan de navolgende eisen plaatsvindt bij de desbetreffende vakgroep door of onder supervisie van de betreffende hoogleraar. Het werk dient:

  • Te getuigen van een creatieve toepassing van verworven kennis.
  • Te getuigen van breedheid en diepgang bij de behandeling van het probleem.
  • Creatief of grensverleggend te zijn qua aanpak of oplossingen.
  • Systematisch en consistent van uitwerking te zijn.
  • Conclusies te trekken waarvan de juistheid wordt aangetoond en die algemeen toepasbaar zijn.
  • Met grote mate van zelfstandigheid te zijn uitgevoerd.
  • Niet in ander verband reeds bekroond te zijn.

In te dienen rapportage

Het werkstuk dient

  • In helder Nederlands of Engels zijn opgesteld;
  • Bevat een korte samenvatting van maximaal 1.000 woorden waarin de maatschappelijke relevantie van het werk is aangegeven;
  • Geschikt te zijn  voor publicatie in 'De Ingenieur' - al dan niet ingekort.

De procedure

  • De Cuperusprijs wordt eenmaal per twee jaar toegekend.
  • De te beschouwen periode wordt telkens gevormd door de twee voorafgaande cursusjaren.
  • Aanmelden van kandidaten kan geschieden door de betreffende afstudeerhoogleraar, na toetsing aan bovenvermelde eisen, door inzending van vijf exemplaren van de rapportage aan de secretaris van de KIVI Afdeling Verkeer en Vervoer.
  • Over de beoordeling en toekenning van de prijs wordt niet gecorrespondeerd.
  • De prijs wordt uitgereikt door de president van KIVI of bij diens afwezigheid door de voorzitter van de Afdeling Verkeer en Vervoer.

Jury

De toekenning vind plaats door een beoordelingscommisie, benoemd door het bestuur van de Afdeling Verkeer en Vervoer van KIVI. De commisie bestaat in principe uit een lid van het bestuur van de Afdeling Verkeer en Vervoer en vier andere vooraanstaande deskundigen (niet hoogleraren) op het vakgebied.