Omschrijving

Het meest opvallende aan een olie- of gasboring is de boortoren of “drilling rig”. Simpel gezegd is dit in feite de installatie waarmee het boorgereedschap bediend wordt met daaraan de aandrijving van het geheel.

Het boren naar olie of gas gebeurt met een beitel aan een serie boorpijpen de “boorstring” of “drillstring”. De beitel wordt al draaiend in de aarde gedreven waarbij het gesteente wordt vergruisd.
Bij een “traditionele” boring draait de gehele boorstring mee. Hiervoor zit in het midden van de boorvloer de “rotary table”, die tijdens het boren tot een draaiende beweging wordt gebracht. Door de opening in het midden van de deze draaitafel laat men de drillstring zakken. De draaiende beweging wordt op de drillstring overgebracht door een zeskantige buis; die “meeneemstang” of “kelly” wordt genoemd. Telkens wordt een nieuwe boorpijp op de voorgaande geschroefd, waardoor de boring steeds dieper gaat.

Tegenwoordig zijn er boorsystemen, waarbij de alleen de beitel in een draaiende beweging wordt gebracht. Dit gebeurt dan niet meer door de draaitafel in de boorvloer maar door een turbine net boven de beitel. De boorstring zelf hangt dan stil.
De boorsnelheid wordt door de draaisnelheid van de beitel én door het gewicht op de beitel geregeld. Om dit laatste te kunnen doen, zijn de onderste boorpijpen extra dik en zwaar. Deze extra zware pijpen heten de “zwaarstangen” of “drillcollars.

Doordat de boorbeitel breder is dan de boorpijp ontstaat tussen de boorpijp en de wand van de boorput een ringvormige ruimte.
Gedurende het boren wordt een mengsel van water, speciale kleisoorten en chemicaliën door de holle buiskolom naar beneden gepompt. Deze spoeling of “mud” stroomt door de ruimte tussen de boorpijpen en de wand van het boorgat weer terug naar boven. Hierdoor wordt de boorbeitel afgekoeld, het steengruis naar de oppervlakte gevoerd, de wanden van het boorgat min of meer dichtgepleisterd en – heel belangrijk – door het gewicht van de spoeling wordt de putdruk onder controle gehouden.
Al gedurende het boren wordt aan de oppervlakte de spoeling op kwaliteit gehouden. Hiervoor wordt – onder andere - continu het boorgruis uit de spoeling verwijderd. Het boorgruis geeft de aanwijzing over de samenstelling van de doorboorde lagen

Wanneer de beitel zo stomp wordt dat hij moet worden verwisseld, worden alle boorpijpen uit het boorgat getrokken. Na vervanging van de beitel worden ze weer in het boorgat neergelaten. Een dergelijke operatie wordt 'round trip' genoemd en is een tijdrovend en zwaar karwei voor het boorpersoneel. Voor een boring van 2000 meter dient de roundtrip vaak wel tot honderd maal te worden herhaald.

Op de boortoren, die wij bezoeken, zijn de werkzaamheden van de “round-trip” in hoge mate geautomatiseerd. Dit levert niet alleen een tijdsbesparing op maar vereist ook een vele malen lichtere fysieke inspanning van de mensen.

Een olie of gasput kan niet zomaar in Ă©Ă©n keer worden geboord maar moet in etappes gebeure

Locatie

NAM locatie Witten (bij Assen)

Organisator

Regio Noord

Naam en contactgegevens voor informatie

Nadere informatie bij Anne-Marie Oudejans via onderstaand e-mailadres.

amoudejans@planet.nl