Geotextiele zandelementen in de waterbouw

Geotextiele zandelementen worden toegepast in diverse waterbouwkundige constructies. Deze zandelementen bestaan uit een gesloten geotextiel, dat meestal wordt gevuld met lokaal gewonnen zand. CUR-rapport 214 en 174 maken deze zandelementen inzichtelijk.

Het gebruikte geotextiel is een vlies, een geweven kunststof doek of een combinatie van beide, ook wel bekend als (geo)composiet. Geotextiele zandelementen worden gebruikt als alternatief voor losgestort zand in de kern van waterbouwkundige constructies zoals dammen, dijken en kribben, of als alternatief voor breuksteen. Tevens kunnen ze gebruikt worden als bodem- en oeverbescherming.

Geotextiele zandelementen hebben als voordeel dat lokaal materiaal kan worden gebruikt en geen breuksteen behoeft te worden gewonnen en getransporteerd. Door lokaal gewonnen zand te gebruiken wordt bespaard op transportkosten en vermindert de milieubelasting. Het toepassen van geotextiele zandelementen kan financieel gunstiger zijn dan het gebruik van traditionele constructiemethoden. Tevens kunnen zij technische voordelen in de uitvoering opleveren. Bij toepassing van deze elementen is ook het soort contract dat met de aannemer wordt gesloten van groot belang (toedeling van verantwoordelijkheden).

Geotextiele zandelementen bestaan in verschillende typen met verschillende afmetingen en functies:

  • Geobags: Zandzakken met een grootte van circa 0,3 tot 2 m3. Ze kunnen worden gebruikt voor het opvullen van erosiekuilen, als hoogwaterkering en als nooddijk.
  • Geomatten: Platte zandelementen verdeeld in verschillende cellen/banen die apart gevuld worden. Geomatten kunnen dienst doen als bescherming van de bodem tegen erosie en, zonodig aan de bovenzijde verankerd, als taludbescherming.
  • Geotextiele tubes: Lange ronde geotextiele zandelementen. Ze zijn toepasbaar als kernmateriaal voor kaden en dammen (in ondiep water) en als versteviging van een duinvoet.
  • Geotextiele containers: Elementen van ongeveer tussen de 100 en 600 kubieke meter. Deze elementen zijn toepasbaar als kernmateriaal voor kaden en dammen (in diep water). Ze worden geplaatst met een splijtbak.

Zandzakken met een grootte tussen 2 en 100 kubieke meter worden niet toegepast. Voor deze afmetingen bestaan op dit moment geen acceptabele plaatsingsmethoden.


CUR-rapporten

Over geotextiele zandelementen verscheen in 2004 CUR-rapport 214: 'Geotextiele zandelementen'. In 2009 publiceerde CUR een herziene uitgave van CUR-rapport 174: 'Geokunststoffen in de waterbouw'. Ook in dat rapport komen geotextiele zandelementen nadrukkelijk aan bod.