Waterstof transitie krijgt steeds meer vorm
29/03/2018Den Haag maakte er in het regeerakkoord van oktober nog geen woord aan vuil, maar in Arnhem is waterstof al jaren een begrip. De energiehoofdstad — met de hoofdzetels van netbeheerder Tennet en testbedrijf Kema, maar vroeger ook die van Nuon en Essent — had het eerste publieke waterstofpompstation in Nederland en ziet nog veel meer toekomst in waterstof.
Ook het lokale bedrijfsleven gelooft in het gas, dat door Jules Verne al de hemel in werd geprezen en nu door Shell, Daimler en Toyota en Duitsland, Japan en Californië wordt omarmd. Op het bedrijventerrein Kleefse Waard zijn vijf pionierende waterstofbedrijfjes actief, die weleens samenwerkten, maar op 23 april voor het eerst echt om de tafel gaan zitten. Een wethouder en een provinciebestuurder schuiven aan.
‘De waterstofeconomie, dat gaat ‘m worden’, zegt Arnoud van de Bree, directeur van Nedstack, een van de vijf. ‘Omdat we allemaal iets met waterstof doen, doen we er goed aan om de krachten in de regio te bundelen, met support van de gemeente en de provincie.’
Vliegwiel
Wat die bundeling straks moet inhouden, is nog onduidelijk. Eén deelnemer blijkt niet eens op de hoogte te zijn van het treffen. Maar Van de Bree is overtuigd van het nut van een gecoördineerd optreden en hoopt op een ‘vliegwieleffect’, waarvan in zijn visie de gehele regio zou kunnen profiteren.
De ondersteuning van de overheid ziet hij bij voorkeur in de vorm van ‘een potje’ voor nog eens twee of drie tankstations in de regio en zo’n tien nieuwe waterstofbussen. Tussen Arnhem en Apeldoorn pendelt regiovervoerder Keolis op dit moment met één waterstofbus, ontworpen door HyMove, een van de andere waterstofbedrijfjes op de Kleefse Waard. Wat een waterstofbus anders maakt, zijn de brandstofcellen, waarin waterstof wordt omgezet in elektriciteit (en waterdamp), die vervolgens een elektromotor aandrijft. Nedstack is de leverancier van de hightech in de regiobus van Keolis.
‘De ontwikkelingen gaan al veel sneller. Tussen nu en vijf jaar gaat er echt wat gebeuren.’
• Marinus van Driel van HyGear
AkzoNobel
Nedstack ontstond eind jaren negentig in de laboratoria van AkzoNobel, destijds de hoofdbewoner van de Kleefse Waard. Het concern verkocht zijn niet-kernactiviteit in 1999 aan enkele medewerkers, die de technologie verder ontwikkelden. Tegenwoordig is Nedstack één van een handvol leveranciers in de wereld van brandstofcellen voor voertuigen en stationaire toepassingen.
De overige drie bedrijven in het waterstofcluster langs de Rijn in Arnhem zijn compressorenfabrikant HyET Hydrogen, het installatiebedrijf MTSA Technopower, dat uit Shell Research voortkwam, en HyGear.
Dit laatste bedrijf is een buitenbeetje door de notering, sinds vorig jaar, aan de weinig courante mkb-beurs NPEX. De onderneming is een leverancier van industriële gassen, waaronder waterstof, maar biedt ook complete installaties in zeecontainers aan, waarmee de klant ter plekke waterstof kan produceren, gewoonlijk uit aardgas.
Kapitaalbeslag door leasen
Die modules kosten all-in €750.000 en worden vaak aan de klant via een leaseovereenkomst ter beschikking gesteld. Het grote kapitaalbeslag door dat leasen en de geplande groei van de onderneming (nu een kleine €10 mln jaaromzet en 64 medewerkers) verklaren de beursgang en de plaatsing van een aanvullende obligatielening van €5 mln vandaag. HyGear werd vijftien jaar geleden opgericht met de gedachte dat waterstof snel een ‘kritische’ rol zou gaan spelen in de energiehuishouding, zegt directeurgrootaandeelhouder Marinus van Driel. Maar die voorspelde lente bleef destijds uit en het bedrijf verlegde de focus naar de industriële afzet.
Of die lente er nu wel komt? ‘Gevoelsmatig zeg ik dat we nog driedecennia nodig hebben voordat we echt zijn omgeschakeld’, aldus Van Driel. ‘Maar de ontwikkelingen gaan wel al veel sneller. Tussen nu en vijf jaar gaat er echt wat gebeuren.’
Article by Frank Gersdorf, Het Financieele Dagblad