Onderzeeƫrs
Omschrijving
Eeuwen lang heeft de mens onderwater willen varen, maar de eerste geslaagde poging wordt aan Cornelis Drebbel toegeschreven toen hij zijn duikboot in 1620 onder het water van de Thames voor koning James I demonstreerde. De meeste duikboten van vĆ³Ć³r 1900 eindigden ook letterlijk onder water, wat de pioniers er niet van weerhield steeds nieuwe ontwerpen te maken. Werden de duikboten in het begin voornamelijk met menskracht voortbewogen, in de tweede helft van de 19de eeuw kwamen de stoommachine, batterij, elektromotor en de verbrandingmotor in zicht.
Enkele karakteristieke aspecten van het ontwerp van een duik- en onderzeeboot worden kort geduid.
De verdere ontwikkeling van duikboten wordt geĆÆllustreerd aan de hand van voorbeelden van de 44 duikboten van de Nederlandse Koninklijke Marine in de periode van 1903 tot 1940, te beginnen met de O-1, een ontwerp van de Ier John Philip Holland. Deze boot werd eerst voor eigen rekening op de werf de Schelde gebouwd en hoopvol als de Luctor et Emergo gedoopt. Na WWII leefde de Nederlandse onderzeebootbouw weer op met drie bouwprojecten. Opeenvolgend vormen de Tonijn-, de Zwaardvis- en de huidige Walrus-klasse een reeks van innovatieve ontwerpen. Dit deel van het verhaal wordt afgesloten met de vraag: hoe zal de opvolger van de Walrus er uit gaan zien?
In het tweede deel van het verhaal wordt het ongeluk op de Russische nucleaire geleide-wapen onderzeeboot (SSGN) de Kursk van de Oscar II klasse verteld en de daarop volgende gigantische bergingsoperatie.
Op 10 augustus 2000 speelt zich in de Barentszzee een drama af wanneer de lading van een groot aantal torpedoās voorin de boot tot ontploffing komt, de drukhuid open barst en de boot met een waterverplaatsing van 19500 ton in een paar minuten naar de zeebodem zakt.
Pogingen om overlevenden te redden falen. Wat rest is een complexe onderneming om de onderzeeboot te bergen. Omdat twee kernreactoren nu op āslechtsā 108 m diepte op de zeebodem liggen wordt voor een grote milieuramp gevreesd, wanneer die daar in dit visrijke gebied zouden blijven liggen. Daarom wordt een operationeel plan bedacht dat door Smit Internationale en Mammoet wordt uitgevoerd. Naast de vele vragen over de conditie van de boot en de status van de reactoren is de eerste vraag hoe de boot van de bodem te lichten en welke hijsmiddelen te gebruiken. Alvorens tot de berging over te gaan moeten deze methoden nog worden getest.
Na aanvankelijke pogingen om Europese financiering voor de berging te verkrijgen waarvoor de Kursk Foundation in het leven werd geroepen besluit de Russische regering toch zelf de kosten te betalen. Het wordt dan een race tegen de klok om voor de winter invalt in 2001 de Kursk uit de koude stormachtige wateren van de Barentszzee te bergen. Het wrak wordt onder de speciaal aangepaste afzinkbare lichter, de Giant, gehesen en in oktober 2001 in Moermansk in een drijvend dok geplaatst.
10.30 uur Ontvangst met koffie/thee
11.00 uur Voordracht door dr.ir. C.A. Prins
11.45 uur Pauze
12.15 uur Vervolg van de voordracht met een afsluitende discussie
12.45 uur Einde bijeenkomst
Spreker(s)
Sprekers' achtergrond in het kort
Opleiding: werktuigbouwkundig ingenieur, promotie 1964 bij prof. Latzko. Werkgevers: TU Delft, de Rotterdamse Droogdok Maatschappij. Na pensionering secretaris van het Dutch Underwater Knowledge Center (DUKC).
Locatie
Science Centre, Mijnbouwstraat 120, Delft
Organisator
Geschiedenis der Techniek
Histechnica
Naam en contactgegevens voor informatie
Nadere informatie bij L.A. Hissink via onderstaand e-mailadres.