Van der Meijden wil jonge mensen tot inspecteur opleiden

Nieuwsbericht | 26-05-2016 | 16:45

"Waar we nu boven de 50 rekruteren, wil ik toe naar een leerling gezel-meester situatie. Waarbij we jonge mensen aannemen die bij ons een "gecertificeerde" opleiding krijgen” 

Dit zei Inspecteur Generaal Harry van der Meijden tijdens een voordracht bij het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs in Den Haag. ,,Mensen komen straks binnen als ze 22, 23 jaar oud zijn en hebben na 5, 6 jaar echt een vak geleerd, zowel theoretisch als in de praktijk. En als ze dan 30 jaar zijn, kunnen ze ook de boer op als ze dat willen, dan hebben ze een keuze om iets anders te gaan doen. Bij de overheid blijven of naar de industrie toe bijvoorbeeld.

De samenvatting van de lezing is te vinden via de link hieronder.

Omschrijving

De Afdeling Olie-en Gastechnologie van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) nodigt u van harte uit voor de avondlezing:

Staatstoezicht op de Mijnen, rijksinspectie vol in de wind
door Harry van der Meijden, Inspecteur-generaal SodM.

Ruim 200 jaar geleden oordeelde Napoleon dat het verstandig zou zijn een inspectie te hebben voor de in het Nederland van toen opererende mijnen. Napoleon kon toen onmogelijk bevroeden dat ruim 200 jaar later de mijnen hadden plaatsgemaakt voor o.a. het Groningen gasveld en daarmee samenhangende dreiging en risico’s van aardbevingen en bodemdaling. Jaren heeft SodM (Staatstoezicht op de Mijnen) daadwerkelijk toezicht gehouden op mijnen. Vanaf de ontdekking van “Slochteren” werden de inspectieactiviteiten verlegd naar andere delfstoffen dan kolen. Het werd olie, gas en zout; veel later ook aardwarmte en ondergrondse opslag van stoffen zoals olie en gas maar wellicht in de toekomst ook andere stoffen. Inmiddels “kijkt SodM ook mee” bij windmolens op zee en houdt ze “een inspectie oogje in het zeil” bij de gasdistributie voor de meter”.

Decennia lang werd toezicht gehouden op boortorens, pijpleidingen en platformen. Het ging om techneuten, om werktekeningen, processen en technische risico’s. Aandacht van en voor de samenleving was beperkt, ook de aandacht van de media. Anno 2016 gaat het nu ook over een andere type risico: het gevoel van burgers dat het niet meer veilig is op straat en in huis omdat de aarde beeft als gevolg van gasproductie. Maar SodM dossiers gaan ook over grondverzakking en angst voor milieuvervuiling door gebruik van chemicaliën.

Het is vanzelfsprekend dat SodM een taak heeft in de delfstofketen, maar de vraagstukken waarop zij als adviserend toezichthouder van de minister antwoorden moet geven zijn anders dan Napoleon waarschijnlijk voor ogen had. Het zou zo maar kunnen zijn dat de samenleving andere verwachtingen heeft van de toezichthouder. De gebruikelijke taakopvatting, cultuur en capaciteit van de toezichthouder hebben mogelijk geen gelijke tred gehouden met die verwachtingen.

Dit vraagt om een herbezinning van rollen en verantwoordelijkheden; om nieuwe competenties van medewerkers en organisatie; om uitbreiding van capaciteit; dit vereist naast een diepe, technisch wetenschappelijke kennis van de delfstofsector ook omgevingssensitiviteit, politiek bestuurlijke antennes en communicatievaardigheden. Maar ook toegang tot gezaghebbende en onafhankelijke onderzoekscapaciteit is een randvoorwaarde. SodM moet om kunnen gaan met onzekerheden en risico’s en moet deze effectief kunnen delen met de samenleving, in wiens belang SodM toezicht houdt op veiligheid en milieu van delfstof operaties.

SodM, Rijksinspectie vol in de wind; een verhaal over dillema’s, maatschappelijke relevantie en een zeer uitdagende werkomgeving.

Spreker(s)

Harry van der Meijden, Inspecteur-generaal SodM

Locatie

KIVI Gebouw, Grote Zaal

Prinsessegracht 23, 2514 AP Den Haag

Organisator

Olie- en Gastechnologie

Naam en contactgegevens voor informatie

Lydia Boktor

lydia.l.boktor@shell.com