Van het grootste deel van de 21.000 meest gebruikte chemische stoffen in Europa is onbekend of ze een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Cruciale informatie over de stoffen, zoals de mate waarin ze kankerverwekkend of giftig zijn, wordt door fabrikanten niet of onvoldoende aangeleverd voor een centrale Europese database. De chemiebedrijven overtreden daarmee Europese en nationale milieuwetgeving: het aanleveren van informatie is namelijk verplicht.
Het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) noemt de hoeveelheid stoffen waarover informatie ontbreekt erg verontrustend. Dat die informatie er niet is, kan een gevaar voor de volksgezondheid opleveren, zegt Martijn Beekman, die de database namens het RIVM in de gaten houdt. "We kunnen nu gewoon niet uitsluiten dat er voor sommige gevaarlijke stoffen belangrijke informatie ontbreekt."
Informatie over risico's ontbreekt
De zogenoemde REACH-database (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals) is in het leven geroepen om snel en voor iedereen duidelijk te maken welke risico's er kunnen zitten aan bepaalde chemische stoffen. Die informatie kan vervolgens worden gebruikt om consumenten en mensen die ermee moeten werken te beschermen. Bijvoorbeeld door vermelding op de etiketten.
Dat de REACH-database handig kan zijn, toonde de zaak over de chemische stof GenX aan. Binnen enkele uren nadat in 2016 bekend was geworden dat het giftige spul werd geloosd door het bedrijf Chemours in Dordrecht, hadden de autoriteiten toegang tot vrijwel alle relevante informatie.
Het gaat om chemische stoffen die onder meer zitten in kleurstoffen, (af-)wasmiddelen, lijmen en verf. Maar ook in tal van industriële toepassingen zoals het maken van plastics, meubels en bouwmateriaal. Via de industrie komen die stoffen ook in consumentenproducten terecht, zoals cosmetica.
Het hiaat in de database werd in februari al beschreven in een rapport van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). Het Duitse milieuagentschap en het Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR) ontdekten onlangs dat het probleem nog veel groter is: zij hielden 6000 dossiers over de meest gebruikte chemische stoffen in Europa tegen het licht en concluderen dat er bij 69 procent van de geregistreerde stoffen informatie ontbreekt.
Dure testen lijken de reden voor het ontbreken van informatie. Het zijn namelijk kosten waar de fabrikanten van chemische stoffen voor opdraaien, zegt Beekman. Hij concludeert na bestudering van het Duitse rapport dat fabrikanten de wet overtreden.
Volgens de REACH-verordening, die het Europees Parlement in 2006 aannam, moeten fabrikanten informatie over hun producten aanleveren. Toch worden ook de chemische stoffen waarvan cruciale veiligheidsinformatie ontbreekt, door fabrikanten gewoon op de markt gebracht.
Beekman: "Dat komt doordat de aangeleverde informatie niet inhoudelijk wordt beoordeeld door de overheid voordat de stof op de markt komt. Het is ook niet zo dat bedrijven niet meer mogen leveren als ze in gebreke blijven. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de toelating van gewasbeschermingsmiddelen."
Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) stuurt wel bericht naar fabrikanten als het merkt dat informatie in de database ontbreekt, maar het instituut mag zelf niet optreden. Dat moeten de lidstaten doen.