Conrad's Premie 

Prestigieuze onderscheiding uit naam van een van de KIVI-oprichters

Conrad's premie medaille

Over de Conrad's Premie 

Sinds 1876 kent het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs de prestigieuze Conrad's Premie toe aan een persoon, groep van personen of instelling die gedurende vijf jaar een excellente publicatie op ingenieursniveau over de technische wetenschappen heeft uitgegeven, een bijzondere uitvinding heeft gedaan of heeft bijgedragen aan het inzichtelijk en toegankelijk maken van techniek en wetenschap.

De Conrad's Premie is door ir. F.W. Conrad jr., medeoprichter van KIVI, na zijn overlijden ingesteld en wordt indien mogelijk eenmaal per vijf jaar uitgereikt. De prijs bestaat uit een oorkonde, een vergulde medaille en een geldbedrag van (nu) ongeveer tweeduizend euro. Dit bedrag is afkomstig uit een legaat dat Conrad bij zijn overlijden naliet. De prijs wordt uitgereikt door het hoofdbestuur van het KIVI op voordracht van de Raad Wetenschap, Techniek & Maatschappij.

Beeld: DWC/KNAW

Portret ir. F.W. Conrad jr.

Het ontstaan

Tijdens de bestuursvergadering van KIVI op 12 april 1870 leest de secretaris een brief voor van F.W. Conrad die kort daarvoor was overleden. Conrad was Ă©Ă©n van de oprichters van KIVI en vanaf de oprichting (1847) tot 1870 president van het instituut (met een onderbreking in de jaren zestig van de negentiende eeuw). Conrad schreef op 16 oktober 1869 een wilsbeschikking waarin de volgende tekst was opgenomen:

"De ondergeteekenden een bewijs willende nalaten van zijne voorliefde voor het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, gevestigd te 's-Gravenhage, en zijn aandenken als Oprigter dier instelling in geheugen willende houden, heeft zijne nagelaten betrekkingen verzocht aan gezegd Instituut uit te keeren eene gift van vijfhonderd gulden, onder de volgende voorwaar­den:

  1. Dat daarvoor zal worden aangekocht een nationaal effect.
  2. Dat dit effect zal zijn en blijven een onvervreemdbaar eigendom van bovengenoemd Instituut.
  3. Dat de jaarlijkse rente van dit effect het bedrag van twintig gulden, zijnde mijne contributie als permanent lid, zal worden bestemd om iedere vijf jaren te zamen te voegen tot een bedrag van honderd gulden, ten einde deze soms uit te deelen als premie om te worden uitgekeerd aan het gewoon of buitengewoon lid van het Instituut, dat gedurende dat tijdsverloop van vijf jaren de beste Verhandeling, Memorie of ander geschrift in de werken van het Instituut zal hebben geleverd, of de nuttigste vinding in het vak van den Ingenieur zal hebben medegedeeld.
  4. Dat deze premie den naam zal dragen van Conrad's premie.
  5. De goedkeuring van den Beschermheer zal hierop worden verzocht."

Goedkeuring werd aan de Koninklijke Beschermheer, Koning Willem III gevraagd en van hem verkregen.


Anderhalve eeuw later

Nu bijna anderhalve eeuw later klinken de genoemde bedragen bijna humoristisch laag, maar deze hadden toen een grote waarde. De symbolische waarde van deze zeer prestigieuze en historisch belangrijke premie was toen en is nu nog steeds hoog.

De afgelopen jaren is een evolutie geweest van toekenning voor feitelijke 'vindingen' naar wetenschapscommunicatie over technologie. Publicatie van 'het beste' werk op ingenieursniveau in een bepaald vakgebied, in boekvorm, in 'De Ingenieur' of een ander wetenschappelijk tijdschrift, is in essentie een publicatiewaardering. Met ingang van 1998 uitgebreid met een persoon of groep van personen of instelling die door woord, schrift, beeld of systeem uitstekende bijdragen heeft geleverd aan het inzichtelijk maken en/of verbreiden van de technische wetenschappen en hun afgeleiden.
 

Ontvangers Conrad's Premie vanaf 1876

2020-- 
2015-- 
2010-- 
2005Dr. RakhorstOntwikkeling nieuwe pomptechnieken waarmee te transplanteren organen langer en beter bewaard kunnen worden, waardoor het aantal beschikbare donororganen groter wordt.
2000Het KlokhuisHet toegankelijk maken van techniek en wetenschap voor een jong en groot publiek.
1998newMetropolisRepresentativiteit van geëxposeerde techniek.
1990Prof. ir. J. in 't Veld

Analyse van organisatieproblemen; een toepassing van denken in systemen en processen.

Organisatiestructuur en arbeidsplaats.

Manager en informatie.

1985Prof. ir. G.Chr. Meeuse 
1980-- 
1975-- 
1970Dr. ir. W.J. BeekWerk ter bevordering van de bestudering op het gebied van chemische techniek.
1965Dr. J.J. DronkersTidal computations in rivers and coastal waters.
1960Ir. F.J. Fontein 
1955Ir. F.Q. den HollanderEnige beschouwingen over de modernisering van de Nederlandse Spoorwegen.
1950Ir. J.P. Josephus Jitta

Het ontwerp van de schutsluis bij Tiel.

Het ontwerp van de schutsluizen van het Friese kanalenplan.

De vernieling en de herstelling van de Noordersluis te Ijmuiden.

Het herstel van de schutsluis te Belfeld.

Afdrukrichtingen voor sluisdeuren of stuwsluizen, welke door grote horizontale druk zijn belast.

1941Ir. Ch.H.J. DriessenNieuwe inzichten bij de berekening van den bovenbouw der spoorwegen.
1936Prof. dr. G. HolstNatriumlampen.
1931Prof. dr. ir. F.K.Th. van Iterson

De warmte-overgang van vaste lichamen op turbulent stroomende vloestoffen.

De theorie van den Stoomketel.

Doorlaatbaarheidscoëfficient van zand.

Draagvermogen van bouwgrond, theorie van de fundering op staal.

De elasticiteitsmodulus van bouwgrond.

De gronddruktheorie van Coulomb voor keermuren.

Theorie van het in de grond boren met zware spoeling en van het schachtdelven volgens de methode van Honigmann.

Winddruk op cylinders in het algemeen, op gashouders in het bijzonder.

1926Dr. ir. J.A. Ringers

De voorbereiding van den bouw van de nieuwe schutsluis te IJmuiden.

De nieuwe schutsluis te Ijmuiden.

1921J. van Oldenborgh

Mededeeling omtrent de uitkomsten van door het rijksbureau voor de drinkwatervoorziening ingestelde geo-hydraulische onderzoekingen in verschillende duingebieden.

Een en ander omtrent de taak en werkwijze van het rijksbureau voor drinkwatervoorziening.

1916Ir. J.J. Canter CremersEnige beschouwingen over beneden-rivieren.
1911Jhr. Ir. R.R.L. de Muralt

Een zeeglooiing van gewapend beton.

Een duinverdediging van gewapend beton.

Een nieuwe methode voor de uitvoering van zinkwerken aan vooroevers van zeedijken.

Nieuw peilgereedschap voor de opneming van vooroevers van zedijken.

De uitvoering van zeezinkwerken in gewapend beton.

Spijkerglooiing voor taludverdediging.

1906Ir. J.M.K. Pennink

De Prise déau der Amsterdamse Duinwaterleiding.

Over de beweging van Grondwater.

1901Ir. A.P. MelchiorToepassing van de formule van Lauterburg voor de bepaling van den grootsten afvoer van de rivieren op Java.
1896H.J.E. WenckebachOver het roesten van ijzeren bruggen en de middelen ter bestrijding daarvan.
1891Ir. H.E. de BruynBeschouwingen over de theorie van eb en vloed.
1886Ir. J.M. TeldersVerhandeling over de herstelling van de brug over den Yssel te Kampen.
1881Ir. D.A. Wittop KoningMededeeling aangaande het oprichten en het op de plaats stellen van pijler IV der Willemsbrug over de Nieuwe Maas te Rotterdam.
1876M. van RuthVerslag omtrent de vervaardiging van spoorstaven voor de Staatsspoorwegen.